Johan de Koning. FOTO'S EDWIN MIJNSBERGEN
Johan de Koning. FOTO'S EDWIN MIJNSBERGEN Foto: Edwin Mijnsbergen

'De kerk moet weer zichtbaar zijn in de stad'

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Johan de Koning.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN


”Die wisselwerking tussen Middelburg en Kaapstad, die vind ik prachtig.” Johan de Koning (1962) is een echte Middelburger, maar hij is ook wereldreiziger, die een speciaal plekje in zijn hart heeft voor Zuid-Afrika. Als twintiger woonde en werkte hij er een paar jaar. Nu gaat hij er nog steeds regelmatig heen, onder meer voor zijn werk als gastdocent architectuur. “Ik ben dol op Middelburg en Zeeland, maar ik moet er af en toe even uit. Ik houd ook van de grote stad. Kaapstad heeft zes miljoen inwoners. Dat is iets anders. Daar kan heel veel omdat de stad zo groot is en omdat er altijd iets te doen is.”

De Koning is een goede verteller. Hij enthousiasmeert. Als hij praat over Afrika krijg je meteen zin om je koffers te pakken. Toch gaat het gesprek al snel over op Middelburg. Dat is de stad waar hij is geboren. Dat is de plaats waar hij zich vol overgave heeft gestort op het Stadspastoraat van de Nieuwe Kerkgemeente Middelburg, dat in 2015 werd opgericht om een brug te slaan tussen de kerk en de maatschappij. Hij steekt er minstens vijftien uur per week in. Daarnaast is hij hier ook nog altijd werkzaam als architect. Hij is onder meer verantwoordelijk voor de aanstaande verbouwing van het Hofje onder den Toren, dat recent is gekocht door de Nieuwe Kerkgemeente.

Paradijs

Ook als ik Johan vraag naar zijn jeugd vertelt hij vrolijk. “Ik ben geboren in de IJsselstraat, rond mijn zevende verhuisden we naar de Griffioen. Daar zat ik op de Griffioenschool, later op de CSW. De wijk was toen nog in aanbouw en daarom een paradijs voor kinderen. Het was heerlijk spelen op die grote bouwplaats. Dan had je ook nog al die vijvers en polders in de buurt. Je kan best stellen dat ik een zorgeloze jeugd heb gehad, ja. Ook mijn pubertijd verliep rustig. Ik doorliep het VWO en was eigenlijk nooit opstandig, hooguit wat dromerig en landerig. In die tijd was ik vooral actief bij tafeltennisvereniging Sint-Laurens. Ik speelde zelf, maar schreef ook voor het clubblad, met Hans Laroes.”

In Johans studietijd komen de dingen in een stroomversnelling. Hij studeert eerst een paar jaar theologie maar belandt dan in Zuid-Afrika, waar hij onder meer werkt als leidinggevende voor aannemers. Dat werk inspireert hem om architectuur te gaan studeren in Nederland. In die periode reist hij de hele wereld over en loopt hij twee jaar stage in New York. Als hij 31 is keert Johan definitief terug naar Middelburg. Tijdens zijn studie richtte hij, samen met studiegenoot Don Monfils, eerder al het Laboratorium voor Architektuur op. Dat bureau bestaat 29 jaar later nog steeds, al is Monfils ondertussen zijn eigen weg gegaan.

Als Johan praat over zijn vak en zijn werk merk je aan alles dat hij het er urenlang over zou kunnen hebben. Maar deze middag kiest hij voor het benadrukken van zijn werk voor de Nieuwe Kerkgemeente. “Daar ben ik veel mee bezig, omdat ik het heel belangrijk vind dat de kerk weer zichtbaarder wordt in de maatschappij en er ook aan meedoet.Daarom hebben we het stadspastoraat opgericht. We willen er zijn voor alle mensen. Daar gaat het ons om.” En het moet gezegd: de activiteiten van de kerk duiken steeds vaker op in de evenementenkalenders van de stad. Een dansgroep die optreedt tijdens de Stadsfeesten, een cantate met Douwe Eisenga en een expositie van Anne-Marie van Sprang. Als we van het terras van Bar Herberg naar de Nieuwe Kerk zijn gewandeld om een paar foto’s te maken en ik informeer of het klopt dat er ergens in de kerk een geheime gang is te vinden, schudt Johan ontkennend zijn hoofd. “Maar je kunt hierboven wel door de goot tussen de twee daken lopen. Wil je die even zien?" Tien minuten later lopen we er inderdaad, in de stromende regen, en klauteren we via een houten trappetje naar de oude zolder van de kerk, met een fenomenaal uitzicht op de kerkvloer.[l]
















De architect bovenop de Nieuwe Kerk.