Afbeelding
Root Canal

Opening 'Every Loft Needs a Sink' in de Vleeshal

MIDDELBURG - Every Loft Needs a Sink, van 14 juli t/m 15 september. Opening: 13 juli, 17:00-19:00 uur in de Vleeshal. Met: Lauri Ainala, Susan Cianciolo, Keren Cytter, Catharine Czudej, Jacob Dwyer, Manuela Gernedel & Fiona Mackay, Hanna-Maria Hammari, Niklas Taleb, Madelon Vriesendorp.

Vleeshal is verheugd de nieuwe groepstentoonstelling ‘Every Loft Needs a Sink’ aan te kondigen. Op uitnodiging van Vleeshal treedt het kunstenaarscollectief Root Canal – Anders Dickson, Frieder Haller, Henna Hyvärinen en Thomas Swinkels – op als curator. Het collectief kent de ruimte van de Vleeshal goed; Ze deden mee aan de groepstentoonstelling ‘Paranoid House’ (01.07. - 30.09.2018) of traden op in performances in de Vleeshal. Alle vier zijn ze meerdere keren in Middelburg geweest om tentoonstellingen en activiteiten van de Vleeshal bij te wonen.

De vier kunstenaars ontmoetten elkaar in 2017 in Amsterdam, waar ze voor hun tweejarige residency aan De Ateliers naartoe verhuisden. Ze werden toevallig bij elkaar geplaatst in een flat in Amsterdam-Oost. Al snel besloten ze tentoonstellingen met kunstenaars uit hun verschillende netwerken te organiseren in hun zolderkamers. Nadat ze de flat moesten verlaten, zetten ze hun tentoonstellingspraktijk op nomadische voet voort. Het afgelopen jaar hebben ze tentoonstellingen georganiseerd op verschillende locaties.

Voor de tentoonstelling in de Vleeshal verkent Root Canal verschillende, gangbare systemen om informatie, objecten en herinneringen te categoriseren. Deze thematiek wordt ontlokt door de tentoonstellingsarchitectuur: Root Canal plaatst de objecten niet in de Vleeshal, maar in een aantal lofts die in de Vleeshal gebouwd worden en bereikbaar zijn met wenteltrappen. Daarmee roepen ze de herinnering aan hun eerste tentoonstellingsruimte in Amsterdam-Oost op. Root Canal heeft vijf kunstenaars uitgenodigd om hun intrek te nemen in de lofts; ze richten deze met hun werk in naar hun eigen ideeën en ordeningsprincipes. Daarnaast komt er een loft met werk van de overige vijf kunstenaars.

Met de tijd is de zolder – of ‘loft’ – als ruimte vanwege economische redenen in een interessant discours terechtgekomen. Oorspronkelijk diende een ‘loft’ als opslag; een betaalbare ruimte die daarom vaak werd gehuurd door kunstenaars als studio of huis. Als gevolg van gentrificatie en het groeiende aantal mensen dat naar de stad verhuist, is de ‘loft’ geleidelijk aan veranderd van een plek waar niemand wil wonen naar een geliefd woningtype. De term ‘loft’ roept dan ook het beeld op van een luxueuze stedelijke woonsituatie, alleen betaalbaar voor rijke mensen.

Als hommage aan hun eerste tentoonstellingsruimte, gebruikt Root Canal de gereconstrueerde zolder als een psychische plaatsvervanger voor de geest. Met Gaston Bachelard in het achterhoofd, die schrijft over de verschijning van de zolder in dromen, wordt de zolder in deze tentoonstelling gezien als de zetel van verlichting en misschien ook als een collectief bewustzijn. Door de ruimtelijke ervaring van een zolder te associëren met een geestelijke toestand, met een zich terugtrekken in het huis-lichaam, wordt het een plek voor geheimen en een plaats om waardevolle spullen te bewaren. En zou je deze ruimte niet ook kunnen zien als een plek waar psychologisch onderdrukte ervaringen de vrijheid krijgen om te verschijnen? [l]