Jan de Jonge bij een klein deel van zijn collectie oorlogsmaterieel. FOTO EUGÈNE DE KOK
Jan de Jonge bij een klein deel van zijn collectie oorlogsmaterieel. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugene de Kok

'Nog steeds voortdurend met de oorlog bezig'

OSSENDRECHT - In Zeeland zijn er veel oorlogsmusea waar je van alles te weten kunt komen over de gebeurtenissen tussen 1940 en 1945. Wie een keer de provinciegrens naar Noord-Brabant wil oversteken en naar Ossendrecht rijdt, kan naar het oorlogsmuseum van Jan de Jonge, een geboren en getogen Zeeuw met één van de grootste privécollecties oorlogsmaterieel van Nederland.

DOOR EUGÈNE DE KOK

Jaren geleden is Jan de Jonge uit Zeeland naar Ossendrecht verhuisd, naar het voormalige katholiek militair tehuis bij de Koningin Wilhelminakazerne. In Zeeland had hij alles uitgestald in een boerenschuur in zijn geboortedorp Sinoutskerke. In Ossendrecht moesten hij en zijn vijftien vrijwilligers het museum opnieuw opbouwen.

Afweergeschut

Het was een enorme operatie, want De Jonge verzamelt sinds zijn vroege kinderjaren spullen over de Tweede Wereldoorlog. “Al op mijn twaalfde nam ik deel aan exposities”, zegt hij.

Hij heeft een collectie die bestaat uit piepkleine emblemen tot originele parachutes van geallieerde soldaten tot verschillende motorvoertuigen tot een enorm luchtdoelafweergeschut waarvoor hij alleen plaats heeft in zijn achtertuin. “Mijn belangstelling voor de oorlog is altijd ontzettend groot geweest. Hoe het komt? Misschien omdat ik in de oorlog ben geboren en de verhalen van mijn familie altijd ontzettend interessant vond. In de eerste tien jaar hadden zij het tijdens verjaardagen nergens anders over”, zegt hij. “Ik zocht altijd spullen op het land, maar heb later ook veel geld uitgegeven om bepaalde voorwerpen in bezit te krijgen. Nog steeds ben ik er voortdurend mee bezig. Als ik niet in het museum ben, ben ik over de oorlog aan het lezen.”

De bescheiden De Jonge heeft één van de grootste privécollecties van Nederland. Hoeveel hij in bezit heeft, weet hij niet. “We zijn wel eens begonnen met het beschrijven van de voorwerpen, maar daar is geen beginnen aan. Het is zo ontzettend veel.” Kiezen welk object hij het mooiste vindt, kan hij niet. “Ik hecht veel waarde aan de grote dingen, maar ook aan elk klein knoopje van een uniform dat ik heb.”

'Door persoonlijke verhalen gaat de geschiedenis leven'

Tot de meest dierbare stukken in zijn enorme collectie behoren enkele voorwerpen die van zijn familie zijn geweest. Zo hangt er een Marechaussee-uniform van zijn oom Willem de Jonge in de voormalige legerplaats. “Hij werkte bij de marechaussee, maar wilde geen Joden uitleveren. Hij werd ontslagen met alle gevolgen van dien. De Jonge vertelt dit soort verhalen als hij de ongeveer 1200 bezoekers per jaar rondleidt. “Door persoonlijke verhalen gaat de geschiedenis leven. Ik probeer het verleden ook vaak te koppelen aan de huidige tijd. Dat spreekt jongeren aan.”

Zij maken het verhaal over de Slag om de Schelde mee, over de bezetting, het verzet, het dagelijkse leven van de soldaten tot de inundatie van Walcheren en de Canadezen die het zuidwesten weten te bevrijden.

Bunker

De Jonge heeft allerlei scènes proberen uit te beelden. De nagebouwde bunker springt in het oog. Een filmploeg maakte er onlangs opnamen. “Ik heb dertig jaar lang verzameld om dit compleet te krijgen”, vertelt De Jonge met zijn hand op het wapen van de Duitsers. “Veel jongeren die komen vinden het spannend. Ik probeer het ook boeiend te vertellen. Ik wil niet alleen maar over dood en verderf praten, maar het moet ook geen spektakel zijn. Het was nu eenmaal veel ellende.” Meer? Kijk op www.oorlogsmuseumossendrecht.nl.[l]