Denny Franse. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN
Denny Franse. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN Foto: Edwin Mijnsbergen

'Voor mijn zestigste een blauw pak, dat moet wel lukken'

MIDDELBURG - De kreet 'Wij zijn de stad' kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn 'wij'? In de rubriek 'Zij zijn de stad' zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Denny Franse.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN

Hoe lang zou ik Denny Franse al kennen? Ik weet het niet precies, maar bijna veertig jaar. Als jonge ventjes zaten we een jaartje in hetzelfde voetbalteam van FC Dauwendaele. Daar waren we bezig met van alles, maar niet met voetbal. Later zou ik Denny treffen bij zowat ieder lokaal of regionaal metal- of punkconcert. We houden van dezelfde muziek. Weer later, in de jaren '90, waren we nog even collega's, toen we voor onze lol barmannen waren in Bar American in Middelburg.

Denny. Getatoeëerde bolster, blanke pit. Velen kennen deze man van zijn buitenkant. Hij ziet er altijd goed verzorgd uit, maar als hij het naar zijn zin heeft bij een concert kun je er donder op zeggen dat zijn shirt uitgaat. Pas dan zie je hoeveel tatoeages hij heeft. De eerste liet hij zetten toen hij een jaar of veertien was, een doodskop met een Romeinse helm. Hoeveel tattoos hij inmiddels verder is, durft hij niet te zeggen, maar zodra hij tijd heeft ligt hij in de stoel bij Marek van De Prikkerij in Middelburg. "Voor mijn zestigste een blauw pak. Dat moet lukken."

Breda

Denny. Een echte Dauwendaeler. Voor het werk van pa woonde de familie in zijn geboortejaar nog even in Breda, maar daar kon moeder Franse, een echte Arnemuidse, niet wennen. In 1971 verhuisde de familie naar Dauwendaele. Daar, in de Buitenhove, zou Denny tot zijn negentiende wonen, daarna ging hij op zichzelf in de flats van de Driewegenhof. Als hij vertelt over zijn jeugd heeft hij het over 'een markante opvoeding'. Hij doelt dan vooral zijn drie oudere broers, die hem vaak op sleeptouw namen, naar de schoolpleinen waar ze biertjes dronken en naar cafés in de binnenstad. Denny woont nu met zijn gezin aan de Veerseweg, maar als hij hij het land niet uit is voor zijn werk, gaat hij nog regelmatig naar zijn oude stamkroeg. "Dat is gewoon een onderdeel van mijn leven."

Denny. Een vakman. Over zijn werk vertelt hij doorgaans alleen als je er zelf naar vraagt. Hij is geleidelijk opgeklommen tot de functie van 'superintendent' bij McDermott International, een Amerikaanse aannemer en ingenieursbureau in de offshore. Denny wil niet opscheppen, maar heeft een baan met veel verantwoordelijkheid, in een werkomgeving die altijd onder (financiële) druk staat. Hij stuurt meer dan tachtig mensen aan over de hele wereld. Het betaalt prima, maar het is geen werk dat je tot je pensioen blijft doen. "Ik was geen domme jongen, maar het advies op de lagere school was dat ik het beste 'iets met mijn handen' kon gaan doen. Dat werd de Wellinge dus, Metaal. Na mijn diploma volgde ik een extra opleiding op het gebied van lassen bij Max Matulessy. Een gouden kerel, die me de liefde voor het vak heeft bijgebracht. Na die opleiding ben ik in dienst gegaan en daarna ging ik aan de slag bij de Schelde. Stapje voor stapje werd ik beter en professioneler in mijn werk. Na veel omzwervingen belandde ik rond 2004 bij Heerema. Daar kaapte McDermott me vorig jaar weg. Nu ben ik zzp'er."

Denny. Een echte huisman. Als hij thuis is doet hij alles in het huishouden, van de was tot koken. Hij is al vijftien jaar samen met zijn vrouw Renske en dol op zijn zoon van dertien en dochter van acht. Hij vindt het vooral belangrijk dat zij straks kunnen doen wat ze leuk vinden.

Modelbouw

Ook mooi: modelbouw is zijn grootste hobby. Als hij vrij is trekt hij zich terug op zolder, waar hij gedetailleerde oorlogstafereeltjes nabouwt. Hij is er trots op. "Die varentjes heb ik zelf gemaakt, van papier. Mooi hè?" Ze zijn prachtig zelfs. Je zou de hobby kunst kunnen noemen, die een expositie verdient in de stad waar hij al bijna vijftig jaar thuis is en nooit zal weggaan.[l]