Gedeputeerde Carla Schönknecht en directeur Sven van Rijswijk met de hand van potvis Pieter. FOTO EUGÈNE DE KOK
Gedeputeerde Carla Schönknecht en directeur Sven van Rijswijk met de hand van potvis Pieter. FOTO EUGÈNE DE KOK Foto: Eugène de Kok

Potvis Pieter komt in juni terug naar Zeeland

DOMBURG - De potvis Pieter Zeeman, die in december 2017 aanspoelde op het strand bij Domburg, keert terug naar Zeeland. Vanaf juni is het skelet van het enorme dier te zien in museum Terra Maris in Oostkapelle. “We wilden hem niet zomaar in een la bij Naturalis laten verdwijnen.”

DOOR EUGÈNE DE KOK

Gedeputeerde Carla Schönknecht was duidelijk in strandpaviljoen Brooklyn Beach, op een steenworp afstand van waar het beest in december 2017 dood aanspoelde. “Toen Pieter hier op het strand lag, had iedereen meteen het gevoel dat hij van ons was”, zei ze woensdag voordat ze de opgezette hand van de potvis in ontvangst nam. “Iedereen wilde hem naar hier halen.” De leden van Provinciale Staten ook. Zij namen een motie aan om te kijken naar de mogelijkheden om de potvis naar Terra Maris in Oostkapelle te halen.

Deskundigen

Als iets bijzonders zoals een potvis aanspoelt gaan de overblijfselen in de regel naar Naturalis. Daar beslissen deskundigen wat ermee moet worden gedaan en kunnen wetenschappers de overblijfselen onderzoeken. Het museum in Leiden wilde graag meewerken aan een terugkeer van Pieter naar Zeeland. De provincie besloot 70.000 euro subsidie beschikbaar te stellen, zodat het skelet kan worden opgezet en in Terra Maris kan worden tentoongesteld. Terra Maris draagt ongeveer eenzelfde bedrag bij en de Postcodeloterij is goed voor 10.000 euro. “Maar met alleen het geld ben je er nog niet”, lachte Schönknecht. “Je kunt het skelet niet zomaar ergens neerzetten.”

In het monumentale pand van Terra Maris in Oostkapelle moet de tentoonstellingsruimte worden aangepast om het skelet van 12,5 meter te laten zien. Dat moet op zo’n wijze gebeuren dat het dier voor iedereen goed is te zien, maar dat de bezoekers het niet kunnen aanraken.

Bas Perdijk heeft het beest opgezet. “Nadat het walvisteam van Naturalis drie dagen op het strand bezig was geweest hebben we de huid, die je het beste kunt vergelijken met een autoband, en vetten moeten wegsnijden. Dat is een enorme stinkklus”, aldus de preparateur.

'Je bent een paar maanden aan het werk'

Daarna zijn alle botten en wervels schoongespoeld in grote bakken met water, zout en zeep. Perdijk heeft vervolgens in de botten en wervels rvs-stangen geboord en daarmee het skelet in elkaar gezet. “Ik heb al een paar walvissen opgezet en weet hoe je er na het stinkwerk een mooi object van kunt maken. Je bent met twee mensen een paar maanden aan het werk.”

Jutter

Vanaf juni is het dier in Terra Maris te zien. Het is de blikvanger van de wisselexpositie ‘Wat spoelt er aan in Zeeland? Van potvis tot petfles’. “Achter het skelet moet heel veel informatie over het beest komen”, vertelde conservator Carolien Schaap van Terra Maris. Naast dieren zie je op de tentoonstelling ook gekke voorwerpen die aanspoelen en wat de gevolgen zijn van zwerfvuil in de zee. Schaap hoopt op een subsidie van de gemeente Veere om de tentoonstelling zo fraai mogelijk te maken.

Joop van der Hiele, door Schaap ‘opperjutter van Zeeland’ genoemd, werkt mee. Als er iets aanspoelt op de stranden wordt hij als eerste gebeld. De Middelburger doet het vrijwilligerswerk al jaren. “Toch blijft het bijzonder als je zo’n enorm beest op het strand ziet liggen.”

Activiteiten

Terra Maris ontwikkelt ook een lespakket voor basisscholen. Bovendien komt er een activiteitenprogramma. In 2020 wordt er rondom potvis Pieter een tentoonstelling over grote en kleine dieren in de Zeeuwse natuur gemaakt. In 2021 ligt de nadruk op de biologische kant van zeezoogdieren. De potvis blijft in ieder geval drie jaar in Oostkapelle. Wat er daarna mee gebeurt is nog niet duidelijk. Verspreid over het land is slechts een handjevol opgezette walvissen in musea te zien.[l]