Zwaaien met het zwaard

“De plegtige stilte welke gedurende de uitvoering dezer straf heerste, getuigde van den indruk welke dezelve op de talrijk verzamelde menigte maakte.” Plaats van handeling: het Vlissings Bolwerk in Middelburg, 25 maart 1833. De ijzingwekkende straf was ‘het zwaaijen met het zwaard over het hoofd’ waarbij de veroordeelde net niet geraakt werd. Die veroordeelde was een in Middelburg ingekwartierde fuselier van de landmacht, die een kanonnier van de vrijwillige artillerie had doodgeslagen. Na de ‘terechtstelling’ ging hij voor vijf jaar het tuchthuis in. De uit vroeger eeuwen daterende straf van het zwaaien met het zwaard over het hoofd ‘onder al dezelfde toebereidselen als bij onthoofding’ was een soort afgeleide van die straf, waarbij iedereen aanwezig mocht zijn. Soms werd gerapporteerd dat de betreffende persoon ‘ontroerd’ oftewel sterk onder de indruk was van het zoeven van het scherpe ijzer langsheen zijn nek. Dat was natuurlijk ook de bedoeling: bij herhaling van het misdrijf zou de doodstraf volgen. Overigens werd de straf, in combinatie met een gevangenisstraf, niet alleen opgelegd voor doodslag, maar ook voor bijvoorbeeld het in omloop brengen van gesnoeid geld (waar stukken af gesneden waren). Dat gebeurde nog in 1847.

Het zwaaien met het zwaard was een oude Hollandse straf die onder de Fransen, in 1811, was afgeschaft maar tussen 1813 en ca. 1860 opnieuw kon worden uitgesproken. Een vergelijkbare straf die in 1841 nog werd toegepast was het vastmaken aan de galg, met een strop om de nek – de veroordeelde werd alleen niet opgehangen, maar gebrandmerkt. Zulke bijkomende schavotstraffen werden meestal uitgesproken wanneer er sprake was van een misdrijf. De van oorsprong nog uit de Franse Tijd daterende strafwet was echter enorm streng: diefstal was diefstal. Of er nu een kaas was gestolen of een schat aan diamanten maakte niets uit – aldus een commentator. Diefstal bij nacht was automatisch een misdrijf. Tot in de late jaren veertig werd er nog lustig gezwaaid, ook in Middelburg. Soms ging er trouwens iets mis en vloeide er toch bloed. Een scherprechter – niet in Zeeland – die zijn zoon het kunstje moest leren en aanwijzingen gaf, stapte niet snel genoeg achteruit en kreeg de zwaardpunt over zijn kaak. Oei![l]