Onze oudste kranten

Voor de eerste kranten in de Nederlanden moeten we terug naar de vroege zeventiende eeuw. In Amsterdam verschenen toen bij twee verschillende drukkers de ‘Courante uyt Italien, Duytslandt &c’ en de ‘Tijdinghen uyt verscheyde Quartieren’. Beide verschenen wekelijks en de ‘Courante’ was in 1618 de eerste, gevolgd door de ‘Tijdinghen’ vanaf 1619. Wat was het eerste nieuws vanuit Walcheren dat deze kranten vermeldden? Misschien het bericht over de tijdelijke verovering van het fort Mauritsfort bij Hoek in Zeeuws-Vlaanderen door Spanjaarden in 1622. Vóór de vijand ook Terneuzen kon innemen, had het gerucht van de verovering de omliggende schansen en ook Vlissingen bereikt, meldde de Tijdinghen van 20 december. In Vlissingen werden ‘metter haest veel Boots-volck ende soldaten gescheept’ die snel naar Mauritsfort voeren, waarop de Spanjaarden vluchtten.

Ook de volgende vermelding heeft met de Tachtigjarige Oorlog te maken. De Tijdinghe van 7 september 1624 bericht hoe een Duinkerker kaper enigszins verdwaald raakte en bij West-Cappel enkele schepelingen aan wal zette om te vragen waar men was. Eigenlijk dachten de kapers dat ze in de buurt van Blankenberghe waren, veilig territorium want de kapers waren in Spaanse dienst. Ze stuurden een van hen vooruit om te vragen welk dorp daar lag. De ‘huysman’ (boer) die hij ontmoette vertelde dat het Westkapelle was. De boer keerde rap terug naar het dorp om te vertellen dat hij een schip had gezien dat naar Duinkerke onderweg was. Het eindigde ermee dat de Duinkerker platbodem, een ‘hekboot’, op een zandbank voor Sluis door twee Zeeuwse fregatten in brand geschoten werd nadat elf eerder door de Duinkerkers gevangen schepelingen eruit waren bevrijd.

Veere tenslotte kwam als eerste voor in de Courante uyt Italien, Duytslandt &c, en wel in het nummer van 28 november 1626. De krant vermeldde het verwachte uitkomen van de later zo bekende bundel van Adriaan Valerius, ‘De Nederlantsche Gedenckclanck’ over de strijd tegen Spanje. Hij was ‘verciert met figuerlijcke plaete, stichtelijke rymen en liedekens; ghestelt op musijk noten beneffens de tabletuer van de luyt en citer.’ Het boek was te koop in Amsterdam ‘ende Ter Veer in Zeelant, by de Erfgenamen van den Auteur.’ Valerius zelf was in 1625 overleden.[l]