Geallieerd, maar niet bezet

Sommige oorlogen zijn allang in de vergetelheid geraakt, bijvoorbeeld omdat ze niet op het eigen grondgebied werden uitgevochten. Zo’n oorlog was de Negenjarige Oorlog (1688-1697) die Nederland, Engeland, Spanje, Zweden, Oostenrijk en een aantal Duitse staten voerden tegen het destijds machtigste land van Europa: Frankrijk. De Franse koning had alleen bondgenoten in Ierland. Zijn tegenstanders werden de ‘geallieerden’ genoemd. De oorlog werd onder meer uitgevochten in de Oostenrijkse Nederlanden, het latere België. Maar in juli 1690 moet ook in Zeeland een enigszins angstige stemming hebben geheerst. Op 1 juli versloeg een Franse legermacht bij Fleurus, zuidelijk van Brussel, de gecombineerde Engelse, Nederlandse en Spaanse troepen. Vervolgens legde een Engels-Nederlandse vloot het op 10 juli in de Slag bij Beachy Head, recht ten zuiden van Londen, af tegen een Franse vloot. De dag daarna werden wel Franse en Ierse troepen door de Engels-Nederlandse koning Willem (III) verslagen aan de Boyne, maar toch werden de Zeeuwse eilanden in een staat van verdediging gebracht.

Op Walcheren werd nog in juli een regiment infanterie gelegerd, waarvan vier compagnieën, dus 400 tot 600 man, te Middelburg. Later moest uit Brabant nog paardenvolk komen. Bij Westkapelle en elders werden batterijen opgesteld. Op het eiland werd ‘de trommel geroert, om volck voor vier oorlog-schepen.’ Dat was niet voor niets: de Franse vloot was op 16 juli gesignaleerd tussen Dieppe en Le Havre, niet zo erg lang varen van de Zeeuwse kust. In Walcheren uitgevaren schepen zeilden voortaan zuidwaarts in een konvooi dat zich bij Oostende verzamelde. Schepen waarvan men dacht dat ze voor Frankrijk bestemd waren, werden ‘opgebracht’.

Toen echter Franse legers zich naar het noorden verplaatsten in Vlaanderen, werden delen van de Walcherse troepen verscheept naar Zeeuws-Vlaanderen. Half augustus was dat al verschillende keren gebeurd. In januari 1691 rukten de Fransen op tot even westelijk van Gent en volgens geruchten zelfs tot aan de Brugse Vaart. Uit voorzorg werden opnieuw in Middelburg en Veere gelegerde troepen naar de vestingstad IJzendijke gestuurd. Uiteindelijk had de Negenjarige Oorlog voor Zeeland vooral effect door de activiteit van kapers, van beide strijdende partijen. België had echter zwaar te lijden onder bezetting en veldtochten.[l]