Hennie en Henk Griffioen-De Pree. FOTO MARILYN PIETERSZ
Hennie en Henk Griffioen-De Pree. FOTO MARILYN PIETERSZ Foto: Marilyn Pietersz

'We hadden wind in de zeilen'

HOOGERHEIDE - De zin floept er uit, zonder een greintje twijfel. “Dat je heel veel van elkaar houdt en elkaar niet kunt missen. Maar ja, dat zal toch een keer gebeuren”, zegt Hennie Griffioen-De Pree op de vraag wat het geheim is dat zij en haar Henk al zo lang bij elkaar zijn. Hij glimlacht minzaam. “Het is geven en nemen, maar inderdaad de basis is dat je liefde voelt voor elkaar.” Zondag vierde het echtpaar Griffioen-De Pree hun briljant samenzijn. 65 jaar geleden stapten ze in het huwelijksbootje.

DOOR MARILYN PIETERSZ

Op die meidag in 1954 was het fantastisch mooi en zonnig weer in Oegstgeest. Hennie weet nog goed dat haar sleep bol stond door de wind toen ze aan Henks arm de Pauluskerk uitliep. “We hadden de wind in de zeilen”, lacht Henk. Er ging zes jaar verkering aan vooraf. Tijdens de godsdienstles leerden ze elkaar kennen. Piepjong waren ze: zij veertien en hij zestien jaar. Amper een jaar later vlogen de vonken over en weer en kregen ze verkering. Henk meldde zich bij het koor waar Hennies vader dirigent was en zij het orgel bespeelde. “Dat ik Hennie vaker zou zien was zonder meer een reden me te melden bij het koor”, aldus Henk. Hij wilde Koninginnedag 1949 met haar doorbrengen. Dat kon, maar Henk moest wel toestemming vragen bij pa De Pree. Dat deed hij. De rest is geschiedenis. “Ik mocht daarna ook op verjaardagsvisite komen. Ik was meteen geslaagd.”

Voedseltrektocht

Ze praten er niet graag over, maar de oorlogsjaren hebben hun sporen nagelaten. In 1945 was het zuiden van Nederland bevrijd. Het noorden kreeg te maken met de hongerwinter. Bij een razzia in januari 1945 werd Henks vader opgepakt en weggevoerd naar Duitsland om te werken. Zijn moeder bleef achter met vier kinderen. Als oudste kind trok Henk erop uit, op ‘voedseltrektocht’, zoals hij het treffend omschrijft. Op zoek naar tulpenbollen, suikerbieten, krokusbollen en hout voor de kachel en naar werk. Het arbeidzame leven van Henk startte op een gemengd boerenbedrijf. Hij telde dertien lentes. Zijn vader keert gelukkig na de oorlog terug.

Henk belandt in 1950 bij de marechaussee, terwijl Hennie emplooi vindt in het ziekenhuis. “Ruim 2,5 jaar heb ik verpleegsterskamers schoongemaakt. Dat verdiende beter dan het werken in een winkel.” Na hun huwelijk stopte Hennie met werken. Hennie en Henk werden ouders van drie zonen. Inmiddels hebben ze zeven kleinkinderen, in leeftijd variërend van 33 tot 3 jaar.

Buitenmensen

Door een verbrijzelde enkel komt er een einde aan Henks loopbaan bij de marechaussee. Hij stapt over naar het bedrijfsleven en komt te werken bij een grote handelsmaatschappij. Als zijn werkgever besluit bepaalde activiteiten te centraliseren in Roosendaal, verhuist het gezin in 1977 naar Noord-Brabant. “Wij zijn buitenmensen. We wilden niet in de stad wonen en zo zijn we in Woensdrecht terechtgekomen.”

Zowel Hennie als Henk zijn zeer actief geweest voor de protestantse kerk in Ossendrecht. Tegenwoordig doen ze het rustiger aan, maar ze bezoeken de kerkdiensten trouw. Hennie speelde vroeger graag toneel. Zo was zij medeoprichtster van de toneelgroep ‘Saamhorigheid’.

Lezen doet Hennie erg graag: “Van detectives tot een flutromannetje”. Henk tuiniert veel en kijkt graag naar sport. “Ik ben een ontzettende sportieve vent vanaf de stoel.”[l]