Arie Haasnoot en Johanna Jacobs met op de achtergrond Vaticaanstad. FOTO ARIE HAASNOOT
Arie Haasnoot en Johanna Jacobs met op de achtergrond Vaticaanstad. FOTO ARIE HAASNOOT Foto: Arie Haasnoot

'Je krijgt een eindeloos gevoel tijdens het wandelen'

PUTTE - Maar liefst tweeduizend kilometer liepen Johanna Jacobs en Arie Haasnoot. Het stel uit Putte voltooide in bijna vier maanden de Via Francigena, een beroemde pelgrimsroute tussen Canterbury en Rome. Onderweg schreef Haasnoot blogs voor het thuisfront, die hij nu heeft gebundeld in een boek: ‘De hemel onder onze voeten’.

DOOR EUGÈNE DE KOK

Het was bij lange na niet de eerste wandeling die het tweetal maakte. Arie Haasnoot en Johanna Jacobs zijn al jaren fanatieke wandelaars. “Toen ik een jaar of vijftig was, werd diabetes type twee bij me geconstateerd. Ik leefde niet gezond”, zegt Haasnoot, die in zijn werkzame leven onder meer gemeentesecretaris in Oud Gastel en Bergen op Zoom was. De artsen adviseerden hem meer te gaan bewegen. Hij is toen gaan wandelen. De laatste jaren doet hij dat met zijn vrouw Johanna, die hoofdconservator is geweest van het Markiezenhof in Bergen op Zoom. “Als ik niet was gaan bewegen, was mijn levensverwachting anders geweest dan nu. Wandelen is verslavend. Je krijgt een soort eindeloos gevoel als je lange wandelingen maakt. Je maakt ook endorfine aan wat in je hoofd een soort geluksgevoel geeft. Het voelt gewoon goed.”

Pensioen

Haasnoot en Jacobs maken veel eendaagse wandelingen, liepen beroemde routes zoals het Pieterpad en volbrachten apart van elkaar de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Na hun pensioen besloten ze een extra stap te zetten en te gaan voor één van de oudste pelgrimsroutes ter wereld: van Canterbury naar Rome. “We wisten dat we het snel na ons pensioen moesten doen, want hiermee moet je niet wachten tot je 75 bent”, zegt Haasnoot.

Bisschop

Het is namelijk nogal wat. De tocht die bisschop Sigeric in 990 maakte is namelijk bijna tweeduizend kilometer lang. Ter voorbereiding liepen Haasnoot en Jacobs wekelijks meerdere routes in de omgeving van Putte en Bergen op Zoom. “We hebben ook veel gelezen over dit soort pelgrimstochten. We wisten bijvoorbeeld dat we de lat niet te hoog moesten leggen. Je moet beperkte afstanden per dag lopen en het lichaam voldoende tijd geven om te herstellen.” Het wandelen was gek genoeg niet het zwaarste. “Het georganiseer is lastig. Je probeert zoveel mogelijk te plannen en thuis te regelen, maar dat lukt niet altijd. Toch komt het altijd goed. Een keer konden we in Frankrijk bijvoorbeeld nergens terecht en hebben we bij de burgemeester thuis geslapen.”

Hoewel het af en toe zwaar was, was er veel moois te zien. Haasnoot en Jacobs genoten in Noord-Frankrijk, van de lange Romeinse wegen in Champagne, de omgeving in Toscane en van alle ontmoetingen met bewoners en pelgrims onderweg. “Je moet je goed voorbereiden en er niet lichtzinnig aan beginnen, maar als je zo’n tocht volbrengt maakt dat je trots. Het is mooi dat je doorzet en het afmaakt.” Over de tocht, de natuur, de ontmoetingen, hun blessures en hun gesprekken schreef Haasnoot blogs. Vanwege de reacties op zijn stukken besloot Haasnoot deze te bundelen en er een boek van te maken. Volgens hem is het boek niet alleen geschikt voor wandelaars. “Ik schrijf over veel meer zaken. Het lijkt een wandelboek, maar het gaat ook over het geloof, het leven, relaties en het zijn van een pensionado.”

‘De hemel onder onze voeten’ van Arie Haasnoot is te koop in de plaatselijke boekwinkels en te bestellen via www.boekenbestellen.nl.[l]