Abuduaini Abuddouparouke is blij dat hij rustig kan leven in Kruiningen, maar mist zijn familie enorm. FOTO PETER URBANUS
Abuduaini Abuddouparouke is blij dat hij rustig kan leven in Kruiningen, maar mist zijn familie enorm. FOTO PETER URBANUS Foto: Peter Urbanus

Gevlucht voor de vervolging in China

KRUININGEN - Abuduaini Abuddouparouke woont in Kruiningen en mag zich sinds kort officieel een Nederlander noemen. De 37-jarige Abuddouparouke vluchtte in 2011 naar Nederland, omdat hij als Oeigoer werd vervolgd door het Chinese regime. Hoewel hij blij is met zijn woning en werk in Nederland mist hij zijn familie, met wie hij al lang geen contact meer heeft gehad, enorm.

DOOR PETER URBANUS


De ongeveer elf miljoen islamitische Oeigoeren wonen in de westelijke provincie Xinjiang in China. Het gebied is ook wel bekend als Turkestan. “Qua taal en cultuur staat dit volk veel dichter bij de Turken dan bij de Chinezen”, vertelt Abuduaini Abuddouparouke in zijn huiskamer in Kruiningen. De regio waar zij leven ligt in het westen van China en grenst aan Kazachstan en Kirgizië.

Mandarijn

De woonkamer van Abuduaini ademt een Oosterse cultuur, met een aankleding die verwijst naar zijn land van herkomst. De eigenheid van de Oeigoeren steekt het Chinese regime, dat alles doet om de Oeigoerse cultuur en taal te onderdrukken.

'Drie jaar lang sliep ik bijna niet'

China perkt de vrijheden steeds verder in en wil de Oeigoerse bevolking dwingen te leven naar de Chinese gebruiken. Dit proces loopt al decennia, maar sinds 2004 verergerde de onderdrukking, zegt Abuduaini. Zo moesten alle moskeeën dicht en moeten de Oeigoeren voortaan de officiële landstaal spreken, het Mandarijn.

Naar schatting een miljoen Oeigoeren leven nu in zogeheten heropvoedingskampen, maar volgens Abuduaini gaat het eerder om drie miljoen mensen. “Er is daar niemand die geen familie heeft in een van de kampen. Moeders, broers, noem maar op”, zegt Abuduaini.

Gevlucht

Zelf onderging hij dagelijkse controles en vernederingen door de politie. “Ik had elke dag stress. Drie jaar lang sliep ik bijna niet. Je bent altijd bang. Soms kregen we om de honderd meter een controle door de politie.” In het openbaar mogen Oeigoeren hun taal al niet meer spreken. Binnen de familiekring gebeurt dat uiteraard nog wel, weet Abuduaini.
Het Chinese regime zou de Oeigoeren onderdrukken vanwege het gevaar voor terrorisme. Dat is de officiële lezing. De werkelijke reden van de onderdrukking is de rijkdom aan strategisch belangrijke grondstoffen als goud, olie en gas, meent Abuduaini. In 2011 vluchtte hij naar Nederland. Hij kwam terecht in onder meer Dronten en Middelburg. Aanvankelijk wilde Nederland hem terugsturen, maar een uitspraak van de Europese rechter kon dat voorkomen. Eerder woonde Abuduaini in Hansweert en sinds drie jaar heeft hij een huis in Kruiningen.

Schelpdiersector

Op 10 september verwierf Abuduaini officieel het Nederlanderschap. Dat geeft hem rust en stabiliteit, vertelt hij. Wel vindt Abuduaini het zwaar om alleen in een vreemd land te zijn. “Ik mis mijn familie enorm.” Hij weet niet hoe het met zijn familie gaat en vreest voor uitbraken van het Corona-virus in de interneringskampen.

'Mijn familie heb ik al lang niet gesproken'

Abuduaini werkt bij een bedrijf in de schelpdiersector. In zijn thuisland was hij leraar. Zijn baan behelst nu totaal iets anders, maar Abuduaini is blij met zijn werk en de sociale contacten die hij hierdoor heeft. Inmiddels heeft wat kennissen en zij hebben hem wegwijs gemaakt in de Zeeuwse samenleving. Ook kent Abuduaini verspreid over het land nog enkele gevluchte Oeigoeren.[l]