Afbeelding
Foto:

OM oordeelt: ' Nederlandse versie Nashville-verklaring niet strafbaar'

THOLEN - De Nederlandse versie van de Nashville-verklaring is niet strafbaar. Dat zegt het Openbaar Ministerie. Het OM deed onderzoek na meerdere aangiften tegen de opstellers van het omstreden pamflet waarin beschreven wordt dat "God het huwelijk heeft bedoeld als een levenslange verbondsrelatie tussen één man en één vrouw." Ook staat erin "dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren." Ook Thoolse predikanten ondertekenden begin vorig jaar de verklaring.

DOOR VERA DE GEUS

Begin vorig jaar ondertekenden honderden prominenten zoals Kees van der Staaij (SGP) en predikanten de Nederlandse versie van de zogenaamde Nashville-verklaring. Hieronder waren ook diverse Thoolse predikanten. Eén van de ondertekenaars was Ds. M. Blok, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Scherpenisse. Andere ondertekenaars die (regelmatig) in de gemeente Tholen te vinden zijn, waren ds. A. Den Boer, ds. C. Gielen, ds. A.J. Gunst, ds. W.F. 't Hart, ds. P. van der Kraan, ds. J. Lohuis, ds. J.C. den Ouden, ds. L. W. Ch. Ruijgrok, ds. A.K. Wallet en ds. C. Westerink.

'Anti-homopamflet'

De Nashville Statement werd in 2017 in Amerika gepresenteerd tijdens een conferentie en werd aldaar door ruim 20.000 mensen ondertekend. De Nederlandse vertaling werd begin 2019 gepubliceerd. Sommige media en critici spreken sindsdien van een anti-homopamflet. De Nashville-verklaring deed dan ook veel stof opwaaien in Nederland. De verklaring bestond uit veertien artikelen en begint met: "WIJ BEVESTIGEN dat God het huwelijk heeft bedoeld als een levenslange verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, waarbinnen seksualiteit een plaats heeft en waaruit kinderen kunnen voortkomen." Daarna volgt: "WIJ ONTKENNEN dat God het huwelijk heeft bedoeld als een homoseksuele, polygame of polyamoreuze relatie." In andere artikelen stelden de ondertekenaars dat het tegen Gods wil is wanneer mensen zichzelf bewust willen zien en positioneren als personen met een homoseksuele of transgenderidentiteit. Zij ontkennen dat christenen onderling van mening zouden mogen verschillen over het wel of niet goedkeuren van homoseksuele onreinheid of transgenderisme én zij stellen dat het geloof in God voldoende kracht geeft om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.

Strafbaarheid

Op de Facebookpagina van de Thoolse Bode kwamen enorm veel reacties binnen. Boze reacties, maar ook verontwaardigde reacties en vredelievende reacties. Zo reageerde iemand met: 'Homo of lesbisch, of wie je ook mag zijn, je bent en blijft in alle opzichten een mens van vlees en bloed met gevoelens.' Iemand anders reageerde met: 'We kunnen ons beter bezig houden met alle kindjes die door dit soort verklaringen in de knel komen en geen kant op kunnen!' En weer anderen reageerden met 'Leef en laat leven'.

Geen vervolging

Het Openbaar Ministerie gaf direct al te kennen de Nashville-verklaring te gaan onderzoeken op eventuele strafbaarheid. Dat onderzoek is recent afgerond. Het OM komt tot de conclusie dat er geen sprake is van enig strafbaar feit. Er zal daarom niet worden overgaan tot vervolging. "Doorslaggevend is dat de uitlatingen in de Nashvilleverklaring in direct verband staan met de geloofsovertuiging van degenen die betrokken waren bij de Nashvilleverklaring en voor hen van betekenis zijn in het maatschappelijk debat dat zij willen voeren", aldus het OM. "In een democratische rechtsstaat is het van wezenlijk belang dat er veel ruimte is om uitlatingen te doen, ook als deze kunnen kwetsen of verontrusten. Dit betekent niet dat uitlatingen die in de context van de geloofsovertuiging of het maatschappelijk debat zijn gedaan, nooit strafbaar kunnen zijn. In dit geval is het OM echter van oordeel dat de uitlatingen binnen de context waarin ze zijn gedaan juridisch gezien de grens van het toelaatbare niet overschrijden."

Onrust

Het OM realiseert zich naar eigen zeggen dat de Nashvilleverklaring en passages en woorden daaruit mensen zeer hebben geraakt. "Maar de mate waarin uitingen ophef en onrust veroorzaken dan wel onwenselijk of kwetsend zijn, is niet beslissend voor de juridische toets." [l]