Afbeelding
Foto:

Burgemeester legt krans bij herdenkingsmonument op Thaliaplein

BERGEN OP ZOOM - Burgemeester Frank Petter heeft maandagavond bij het herdenkingsmonument op het Thaliaplein een krans gelegd in verband met de viering van 4 mei. De burgemeester plaatste de krans namens het voltallige gemeentebestuur.

De herdenking van dit jaar zag er anders uit dan alle andere jaren. Normaal zou de burgemeester ook een toespraak houden, maar dat ging vanwege de coronamaatregelen uiteraard niet door. In plaats daarvan werd zijn speech uitgezonden op Zuidwest TV. Daarnaast kan je zijn speech ook hier teruglezen:

In NRC las ik een artikel over oorlogs-vluchtelingen. Daarin staat het verhaal over Nada Golic uit Sittard en haar 20-jarige zoon, die afgelopen februari op het punt staat met vrienden naar Italië op vakantie te gaan, dat dan al in de ban is van Corona. Heel resoluut zegt ze tegen hem: je gaat niet. “Mam, je bent weer paranoïde”, zegt hij, maar blijft vervolgens wél thuis. Nada Golic is getekend door een eerdere crisis en reageert daarom anders op de coronacrisis dan haar zoon. En ze is bang dat haar zoon door corona straks óók getekend wordt en minder zorgeloos in het leven zal staan.

Eind 1993 vluchtte Golic vanuit Bosnië-Herzegovina voor de Bosnische oorlog. In het begin dacht ze nog dat het met die oorlog niet zo’n vaart zou lopen. Maar het liep anders. Als alleenstaande moeder moest ze met haar eerste zoon, toen tien jaar oud, anderhalf jaar schuilen in huis. Golic kwam alleen buiten voor het kleine stukje naar haar werk en om boodschappen te doen. Ze moesten uitkijken voor bombardementen, vertelt ze; voor granaten. „Het gevaar toen was zichtbaar. Dat is het coronavirus niet, maar voor mij misschien wel meer dan voor een ander.”

Het spreken over vrijheid en onvrijheid gebeurt vandaag wel in een heel bijzondere context.

Deze keer is die context niet de inval van een vijandig leger of de klemmende wurggreep van een totalitaire ideologie. Om het in de woorden van Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationale Comité 4 en 5 mei, te zeggen: “nu levert de natuur ons een streek”.

Nu komt er geen geweld aan te pas, maar worden onze vrijheden beperkt door de noodzakelijke coronamaatregelen. En allemaal krijgen we door de beperkende maatregelen iets mee van het gevoel van onvrijheid dat onderduikers moeten hebben gehad als ze voor een lange tijd een verborgen bestaan moesten leiden. Natuurlijk zijn de ongemakken van social distancing qua intensiteit en impact niet te vergelijken met de beklemming die mensen op een onderduikadres hebben moeten ervaren. Maar toch heeft de intelligente afstandelijkheid een grote sociale impact.

Corona maakt ook slachtoffers. Alleen al in ons land werden duizenden mensen ziek, waarvan een behoorlijk aantal zeer ernstig. Op het moment dat ik deze toespraak schrijf zijn meer dan 4.000 mensen overleden aan dit virus, en dan zijn er ook nog veel sterfgevallen die niet zijn geregistreerd. De impact op de gezondheidszorg, economie en het sociale leven zijn enorm en we kunnen nog niet overzien welke blijvende veranderingen deze crisis te weeg brengt.

De mensen die zijn overleden aan corona zijn dan wel gestorven in een Nederland dat niet gebukt gaat onder de bezettingsmacht van een dictatoriaal bewind, maar de verregaande maatregelen die onze democratisch gekozen regering moest nemen, hebben een grote impact op de mensen die ziek werden en op de families van mensen die kwamen te overlijden. Of voor ouderen en risicogroepen, die al weken aan huis gekluisterd zijn en voor wie een bezoekje aan of van familie of vrienden niet binnen bereik ligt. We kunnen ons dat in het Nederland van 2020 nauwelijks voorstellen. En toch gebeurt het.

De omstandigheden waaronder de mensen in de Tweede Wereldoorlog omkwamen, verschillen sterk van de omstandigheden waaronder het coronavirus slachtoffers maakt. Wat eender is, is het verdriet om het verlies van een dierbare en de omstandigheid dat op een manier afscheid moest en moet worden genomen, die we onder normale omstandigheden als onmenselijk zouden omschrijven.

Ook de toestand van de democratische rechtsstaat lijkt totaal anders dan ten tijde van de tweede wereldoorlog. De democratie lijkt onbelangrijk als de intensive care uitpuilt en dokters vechten voor het leven van hun patiënten. Het Chinese regime wekt bewondering met zijn rigoureuze bestrijding van het virus, mede dankzij de massale inzet van controlerende technologie. Overal ter wereld vaardigen regeringen de ene noodmaatregel na de andere uit, om de levens van hun burgers te redden en de enorme klappen voor de economie te verzachten. Veiligheid voor alles, en gezondheid gaat in deze crisistijd voor burgerlijke vrijheden. Toch liet een belangrijk politicus ook een waarschuwend geluid horen.

Angela Merkel, een van de langstzittende Europese leiders, benadrukte in een tv-toespraak de noodzaak om in een open democratie politieke besluiten transparant te nemen en te voorzien van uitgebreide verantwoording. Juist in tijden van crisis.

Merkel is zelf een kind van de DDR, de politiestaat achter het IJzeren Gordijn in wat nu het oosten van de Bondsrepubliek is. De nieuwe beperkingen voor burgers, ongekend ‘voor ons leven en ons democratisch zelfbeeld’, vielen de bondskanselier zwaar. “Neemt u dit van me aan” zei ze “ voor iemand zoals ik, voor wie reis- en bewegingsvrijheid een zwaarbevochten recht waren, kunnen dergelijke beperkingen alleen gerechtvaardigd worden in absolute noodzaak. Ze mogen nooit lichtvaardig, en slechts op tijdelijke basis worden genomen in een democratie – maar ze zijn op dit moment onmisbaar om levens te redden.”

Het is waar: in het schimmige licht van de verbrandingsovens van de concentratiekampen en in het schrille licht van Hiroshima en Nagasaki verbleekt iedere vergelijking met wat wij nu meemaken. Wie de oorlogsgraven bezoekt –bijvoorbeeld hier in Bergen op Zoom- wordt stil; zoveel jonge levens gegeven voor onze vrijheid. Dat is nergens mee te vergelijken.

Toch opent dat wat wij nu met elkaar doorstaan ons ook de ogen voor het leed dat toen geleden werd en voor de slachtoffers van oorlogsgeweld tot op de dag van vandaag. De ervaring van de coronacrisis kan een brug zijn naar die ervaring van miljoenen die in extreme mate geleden hebben onder totalitaire regimes en hun vrijheid verloren zagen gaan. En de helden van nu doen ons beseffen wat een offer de helden van toen gebracht hebben.

En er is nog een laatste brug tussen toen en nu, die ik met u wil overgaan: de brug van hoop en wanhoop. Wij worden in deze dagen heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop. Het ene moment hoopvolle berichten over een afzwakkend virus en een redelijk succesvolle aanpak. Het andere moment de ervaring dat uitgerekend jouw man, jouw vader -die aanvankelijk volledig gezond was- op de IC belandt en het na een lange eenzame strijd niet redt. Het eenzame afscheid, de verlaten begrafenis. Ook aan het eind van de tweede wereldoorlog leefden mensen tussen hoop en wanhoop: achter de bemodderde gevechtswagens, vouwde de vreugde zich open, eerst nog huiverachtig, maar vlug aan vertrouwen winnend. Een jonge vrouw rende de straat op met een bos bloemen, maar werd door achtergebleven vijandig vuur neergemaaid. Nederland boven de rivieren moest nog een hele hongerwinter doorstaan. De hoop werd zo vaak teniet gedaan.

Toch is de hoop ook steeds gebleven en de hoop zal ook nu onze kracht zijn. Vandaag herdenken we doden die in onvrijheid en onder oorlogsomstandigheden stierven. Vandaag ook, staan we stil bij onze vrijheid. Wij zullen bevrijd worden en bevrijd zijn…. toen en nu….als wij samen sterk staan, zij aan zij, schouder aan schouder. Ik weet het zeker!