Goed voornemen

Terwijl de ene helft van Roosendaal brak en misselijk ligt bij te komen van carnaval, probeert de rest de lokale economie overeind te houden. Dat is toch al een hele klus. Zoals elke middelgrote provinciestad worstelt Roosendaal met een enorme leegloop in winkelland. We dachten het beperkt te kunnen houden tot de straten rond het oude stadshart, maar het probleem rukt genadeloos op.

Molenstraat, Passage en Raadhuisstraat zouden het qua uitstraling in Amsterdam en Den Haag niet slecht doen, maar ja, Roosendaal is geen Amsterdam of Den Haag. Intussen begint ook de Nieuwe Markt pijnlijk gaten te vertonen. In zulke situaties wordt altijd verwachtingsvol naar ‘de gemeente’ gekeken. Die doet van alles, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Dan is het gemakkelijk om kritiek te leveren.

Veelgehoord zijn ‘Vroeger kon je overal gratis en pal voor de winkeldeur parkeren’, ‘Die smalle eenrichtings-stadsring vertraagt en ontmoedigt het centrumbezoek’ en ‘De miljoenen besteed aan straatstenen, fonteintjes en meubilair dragen maar beperkt bij aan de beleving’. Maar dan heb je het eigenlijk ook wel een beetje gehad, wat betreft invloed en macht van de lokale overheid. Want dat winkelen zullen we toch echt zelf moeten doen.

Laten we eerlijk zijn, wij zijn het tenslotte die onze plaatselijke winkeliers links laten liggen omdat het op internet of bij de grootgrutter goedkoper is. En dan nemen we de kans op internetfraude, slecht advies en belabberde nazorg op de koop toe. Nee, kom mij niet aan met krokodillentranen als in jouw dorp de laatste bakker, slager of ijzerwarenspecialist de deur achter zich dicht trekt. Had dan maar een dubbeltje meer neergeteld voor dat brood, carbonaatje of doosje spijkers.

Voor wie nog een ambachtelijk winkeltje in de buurt heeft: Zoek niet verder, mocht je nog geen goede voornemens hebben voor 2020.