CHAPEAU: Onderwijsveld niet verrast door maatregelen kabinet.
KOP: 'Een groot compliment voor al ons personeel is meer dan op zijn plaats'
ROOSENDAAL – Met name de besturen van kinderdagverblijven, voor- en naschoolse opvang en de basisscholen, waren niet verrast dat op 11 mei die schoolgaande jeugd weer welkom is. Uiteraard onder strikte regels. De school is toegankelijk voor leerlingen en leerkrachten en er komt een continurooster.
DOOR RENÉ BRUIJNINCX
Ouders worden geacht zich te houden aan de regels die de instanties voorschrijven bij het halen en brengen van hun kinderen. Dat zoiets in de praktijk nog een heel gepuzzel wordt, moge duidelijk zijn. Ieder schoolgebouw heeft eigen mogelijkheden en beperkingen, en daar moet wel vanuit gegaan worden.
Veranderingen
Maandag 16 maart werden alle scholen voor basisonderwijs en de middelbare scholen gesloten. Een maatregel die genomen werd op de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Ouders met cruciale beroepen konden gebruikmaken van de kinderopvang. En onderwijsgevenden werden van de een op andere dag geacht hun onderwijs op afstand aan te bieden.
Kober
Diana Manger, interim manager Marketing en Communicatie, kijkt eerst even terug op de achterliggende hectische tijd. “Nooit eerder hebben we meegemaakt dat we als kinder- en voor- en naschoolse opvang de deuren moesten sluiten. We zijn bij de aanmeldingen van de kinderen van betreffende ouders uitermate ruimhartig geweest. Daardoor hebben we in de achter ons liggende periode dagelijks zo’n 3000 kinderen opgevangen”, vat zij de gevolgen van de scholensluiting samen. “Vanaf 11 mei moeten we in het verlengde van de RIVM-regels allerlei organisatorische zaken ingevuld hebben. Onder andere het halen en brengen van de kinderen”. Manger heeft er overigens alle vertrouwen in dat die klus op de werkvloer ook geklaard gaat worden. “Als je ziet hoe creatief en inventief ons personeel de afgelopen periode is geweest, dan verdient dat een heel groot compliment”. Zelf is ze ook blij dat de kinderen uit de kwetsbare gezinnen straks weer gewoon naar de opvang kunnen. “En de ervaringen die we met onze noodopvang hebben opgedaan heeft ons heel veel nieuwe inzichten opgeleverd”.
OBO West-Brabant
Het bestuur van het Openbaar Basisonderwijs West-Brabant heeft zich over verschillende varianten gebogen. Directeur-bestuurder, Jan Veenker, geeft aan dat er gekozen is voor het shift-model. “Iedere klas wordt opgesplitst in 2 groepen van ten hoogste 16 leerlingen. De ene helft van iedere groep komt op maandag en donderdag naar school, en de andere helft op dinsdag en vrijdag. De woensdag is voor alle leerlingen een thuiswerkdag omdat de leerkrachten dan de thuiswerk-opdrachten kunnen voorbereiden en uitwerken”. Ook Veenker complimenteert het. “Het is prachtig om te zien hoe er spontaan door hen is meegedacht en meegedaan. Ter ondersteuning hebben we iedereen de mogelijkheid van e-coaching geboden. Zij die dat wensten hebben daar – in volledige anonimiteit – gebruik van kunnen maken”. Veenker benadrukt dat de leerlingen anders naar school zijn gaan kijken. “Zij hebben hun vriendjes en klasgenootjes gemist, en ze hebben ervaren dat naar school gaan ook gewoon heel leuk kan zijn. Daarom is het goed dat er nu zekerheid is, dat we op 11 mei weer gaan beginnen. Ook al zal dat er voorlopig even anders uitzien dan als vanouds”.
KPO Roosendaal
Ook Kees Mens, lid van het College van Bestuur van KPO, is uitermate positief over de wijze waarop het personeel de afgelopen weken haar werk heeft gedaan. “De eensgezindheid , maar ook de creativiteit en flexibiliteit van het personeel zijn hartverwarmend te noemen. In crisistijd zijn mensen bereid om het beste van zich te laten zien. Dat heeft ertoe bijgedragen dat onderwijs op afstand vakkundig is opgepakt”, vat hij de veranderingszin op de werkvloer samen. “Omdat we als KPO de afgelopen jaren uitvoerig geïnvesteerd hebben in ict, hebben we nu mede dankzij het Microsoft Teams programma en de nodige hardware, de groepen op afstand onderwijs kunnen geven”. Mens benadrukt verder dat de samenwerking met de gemeente en andere schoolbesturen voor eenduidigheid heeft gezorgd. “We zijn door de hulp van de Jeugdzorg, gemeente en onze IB-ers in staat gebleken snel de groep van kwetsbare kinderen in beeld te brengen en te zorgen voor opvang”. Hij sluit af met de opmerking dat zo’n crisistijd naast alle extra inspanningen ook hele andere inzichten op het werk openbaart. Sommige processen kun je nu realiseren omdat de noodzaak daarvan dooriedereen wordt gevoeld en onderschreven”. [l]