Kees de Jong, Eef Schoneveld en Hein van Stokkum na de onthulling. FOTO JANNEKE DRIESPRONG
Kees de Jong, Eef Schoneveld en Hein van Stokkum na de onthulling. FOTO JANNEKE DRIESPRONG Foto: Janneke Driesprong

Markeerzuilen markeren dijkdoorbraken

WILLEMSTAD – Woensdagmiddag werd de eerste van zes zuilen onthuld die aangeven waar op 1 februari in de huidige gemeente Moerdijk de dijken doorbraken. Het betrof hier zuil nummer twee met het nummer NBN02 die is aangebracht op de dijk tussen Willemstad en Blauwe Sluis, vlakbij het dijkmonument. De eerste zuil staat met nummer NBN01 bij de doorbraak bij Fort Sabina. De onthulling werd gedaan door wethouder Eef Schoneveld, Hein Stokkum, bestuurslid van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en Kees de Jong van het Waterschap

DOOR TIES STEEHOUWER

Door de Stormvloed van 1 februari 1953 zijn in de Zuidwestelijke Delta van ons land een groot aantal dijken vernield. De grootste vernielingen zijn de stroomgaten. Dit zijn bressen in de waterkering die zo diep zijn uitgesleten dat het water er dag en nacht in en uit stroomt. De drempel van deze gaten ligt onder GLW; het gemiddeld laagwaterpeil. Dit waren daarom ook de moeilijkste gaten om te dichten. Omdat op onze huidige dijken bijna niets meer te zien is van de doorbraken uit 1953, zijn de locaties van de 96 stroomgaten gemarkeerd met uit basalt gehouwen zuiltjes: elk stroomgat kreeg precies daar, bovenop de dijk een basaltzuiltje.

Zichtbaar maken

Het doel van het markeringsproject is het zichtbaar maken van de historische laag van 1953: de laag met de verwoestingen door de Stormvloed van 1 februari. Dit omdat er anders niets meer te zien is van die grote vernielingen van de dijken en het land erachter. De essentie van deze markering is om op de dijk naast het zuiltje te gaan staan en te beseffen dat al dat water in '53 door de gaten het land instroomde en zoveel slachtoffers maakte.

Beneden Sluis

Jan Dierks, de voorzitter de heemkundige kring Fijnaart en Heijningen vertelde, staande op de dijk, het verhaal van het ontstaan van het stroomgat. Dat de dijk juist op die plek doorbrak kwam omdat daar vroeger een uitwateringsluis was, de Beneden Sluis. Deze sluis was van 1820. De Duitsers lieten hem in 1944 springen. Hij werd niet meer herbouwd en het gat werd volgegooid. De bodem van de sluis, bestaande uit eikenhouten balken bleef zitten en vormde een slechte hechting voor de klei en het zand. Jan Dierks: "Door de enorme waterdruk tegen de dijk en omdat kleideeltjes zich niet hechten aan deze eikenhouten vloer, ontstond er in het begin een waterstroom over deze vloer waar zand en klei mee gevoerd werden.

Schip

Daardoor stroomde er steeds meer water over de vloer totdat er een gat in de dijk ontstond. Met het water werden ook grote stukken veen meegevoerd naar de polder". Op 12 februari heeft men met gebruikmaking van de aangekochte tjalk "Cornelis-Rotterdam", die verzwaard was met 60 ton steen, getracht dit stroomgat te dichten door voor het stroomgat in een suatiegeul ( mui ) dit schip te laten zinken. Dit schip werd meegesleurd en op 4 maart 1953 werd het gat met verschillende materialen toch gedicht en kon de polder worden leeggepompt.[l]