Jaarlijks leggen belangstellenden bloemen tijdens de herdenking. FOTO TIES STEEHOUWER
Jaarlijks leggen belangstellenden bloemen tijdens de herdenking. FOTO TIES STEEHOUWER Foto: Ties Steehouwer

Rhenusherdenking in 2021 voor laatste keer gehouden

WILLEMSTAD - De herdenking van de ramp met de Rhenus 127 wordt volgend jaar voor de laatste keer gehouden. Dat heeft het Oorlogsgravencomité Willemstad bekend gemaakt. Belangrijkste reden is de tanende belangstelling voor de jaarlijkse plechtigheid.

DOOR MONIQUE JANSEN

Elk jaar vindt de herdenking plaats op Tweede Pinksterdag. Dit jaar gaat de samenkomst niet door de coronamaatregelen. Om besmetting met virus COVID-19 te voorkomen zijn alle bijeenkomsten waar veel mensen op af komen tot 1 juni verboden. Eigenlijk zou de herdenking dit jaar al voor de laatste keer plaatsvinden.

Enorme ramp

De Duitsers zetten op 28 mei 1940 enorme aantallen Belgische militairen als krijgsgevangenen op transport. Dat gebeurde na de capitulatie van België. In Zeeuws-Vlaanderen werden de soldaten ingescheept op boten waar normaal steenkolen inlagen. Op 30 mei 1940 vertrok een konvooi van enkele schepen waaronder de Rhenus 127 naar de Oosterschelde. De Rhenus 127 raakte een Duitse mijn. Honderden mensen raakten te water. Velen konden niet uit de boot ontsnappen en verdronken. De inwoners van Willemstad schoten massaal te hulp met bootjes. Zij verzorgden 276 gewonde krijgsgevangenen die de ramp overleefden. Wie niet gewond was, werd geholpen om te ontsnappen. In totaal kwamen 166 Belgische militairen om het leven. De bevolking begroef de meeste lichamen in massagraven bij de Koepelkerk en aan het Hollandsch Diep.

'Eerste dodenhulde vond plaats in 1946'

Komen tot één begraafplaats

De eerste grote dodenhulde van Belgische zijde vond plaats op 30 mei 1946. Het Oorlogsgravencomité Willemstad nam in 1952 het beheer van de begraafplaatsen over van het gemeentebestuur. Enkele jaren later kwam er één groot kerkhof voor de slachtoffers van de ramp met de Rhenus. Op 14 april 1950 vond de inwijding plaats en werd het monument op de begraafplaats onthuld. De jaarlijkse herdenking vindt sinds 1950 op Tweede Pinksterdag plaats. Het gemeentebestuur vond het belangrijk om te komen tot één grote herdenking voor de Belgische verenigingen en bonden en zag de plechtigheid liever niet op de zondag. Van alle slachtoffers liggen er 149 begraven in Willemstad. Daarnaast werden ook zes andere Belgische militairen die elders omkwamen in Nederland herbegraven op deze plek.

Slinkende belangstelling

Het Oorlogsgravencomité Willemstad zag de belangstelling voor de herdenking elk jaar slinken. De meeste leden van de Belgische oud-strijdersorganisaties zijn inmiddels overleden. Het aantal nabestaanden van de slachtoffers dat de plechtigheid nog bijwoont is minimaal geworden. Ook verwaterde het contact met de nabestaanden en hun omgeving dat via strijdersorganisaties verliep. De gemeente Willemstad ging 23 jaar geleden op in Moerdijk. De betrokkenheid vanuit het gemeentebestuur kreeg een ander karakter wat ook voor consequenties zorgde bij de organisatie van de herdenking.

Begraafplaats

Het afschaffen van de plechtigheid heeft geen gevolgen voor de begraafplaats. De enige begraafplaats voor Belgische soldaten blijft geopend. "Een ieder die aldaar op een gepaste wijze op een moment dat het hen uitkomt, stil wil staan bij de Ramp van 30 mei 1940 en de daarbij en elders omgekomen Belgische militairen en krijgsgevangen, kan daar op een eigen manier invulling aan geven", besluit het Oorlogsgravencomité.