De heer van Bergen op Zoom Jan van Glymes. FOTO ARCHIEF WEST-BRABANT
De heer van Bergen op Zoom Jan van Glymes. FOTO ARCHIEF WEST-BRABANT Foto: Regionaal Archief West-Brabant

Standdaarbuiten was ooit deel van Markiezaat

STANDDAARBUITEN - Rond de 13de eeuw was het noordwesten van de huidige provincie Noord-Brabant een omvangrijk watergebied met in het midden een binnenzee, Barleaq genoemd. In het zuidoosten grensde Barleaq aan een groot bos-, heide- en moerasgebied, het Barlebosch. Later zou hier Oudenbosch ontstaan. Het huidige Standdaarbuiten maakte vroeger, net als Hoeven, Oudenbosch, Oud en Nieuw-Gastel en Fijnaart deel uit van het voormalige Markiezaat van Bergen op Zoom.


DOOR TIES STEEHOUWER


Voor de oorsprong van het dorp Standdaarbuiten moeten we terug naar het jaar 1287, toen op 12 juni hertog Jan I het oude Land van Breda verdeelde. De cisterciënzerorde van de abdij van Sint-Bernaards aan de Schelde wist in de jaren daarna veel grond onder de parochie Gastel te verkrijgen met de bedoeling om het landschap daar te ontginnen. Een van de eerste activiteiten van de monniken was het aanleggen van een lange en hoge zeedijk ten noorden van Barlebosch waardoor een groot kleigebied aan de binnenzee werd ontrokken. De grond werd ontgonnen en in eeuwigdurende pacht uitgegeven waarbij een tiende deel van de oogst, het thiendrecht, aan de abdij toekwam. In dit kleigebied werd de nederzetting Nieuwenbosch opgericht, inclusief een rectoraat met kerk en kerkhof. Nieuwenbosch heeft bestaan totdat de Sint-Elisabethsvloed in 1421 het grootste deel ervan wegvaagde. De sporen van het kerkhof waren overigens nog in de jaren zeventig van de vorige eeuw in het landschap terug te vinden totdat een enthousiaste landbouwer de restanten ervan omploegde. Na de Sint-Elisabethsvloed begon zich ten noorden van het land van Gastel en Barlebosch buitendijks in het water nieuw land af te tekenen. Dit was letterlijk een grote zandbank en werd aangeduid als “’t sant er buyten” of “’t sant daer buyten”. Op oude kaarten uit de tweede helft van de 15de eeuw werd deze zandbank beschreven als het Stantderbuyten. De zandbank werd een eiland waar vee werd gehouden dat in 1474 werd verpacht voor 40 Karelsguldens. Door de aanleg van slibdammen werd het eiland steeds groter en rond 1490 werden plannen gemaakt om het gors te gaan bedijken; zo ontstond langzaam een nieuwe polder. Met de indijkingswerken werd in 1525 begonnen. Een jaar later was de dijk af; hij was 3300 Rijnlandse roeden lang (circa 12.400 meter) en de polder had een oppervlak van ruim 831 bunders (ca. 825 hectare). In 1528 begon de domeinraad van het Huis van Bergen op Zoom de vorming van een dorp voor te bereiden en een jaar later werd een reglement voor het land en dorp van Standdaarbuiten opgesteld. In 1817 is voor het eerst sprake van Standdaarbuiten als gemeente. De hoofdkleuren van de gemeentevlag zijn rood en groen, de persoonlijke kleuren van Jan III van Glymes, heer van Bergen op Zoom. Het witte, zwart omzoomde kruis duidt op Sint- Jan de Doper, de schutspatroon van de gemeente. Deze heilige wordt vaak afgebeeld met een Kruisvaan. De kleur wit duidt op de maliën van zilver in het wapen van het geslacht Van Glymes. De zwarte zoom van het kruis is toegevoegd om de vlag duidelijker zichtbaar te maken. Bovendien komt zwart ook in het gemeentewapen voor.[n]

Vlag van Standdaarbuiten