Piet Gijssel weet nog steeds raad met de stok.
Piet Gijssel weet nog steeds raad met de stok. Foto: Britta Janssen

'Het is altijd gezellig onder de ringrijders'

WEMELDINGE - Bij het 100-jarig bestaan van Ringrijderijvereniging Ons Genoegen zat Piet Gijssel vorig jaar nog trots op de wagen bij de jubileumtocht door Wemeldinge. Gijssels eigen jubileum, 65 jaar lid, kan de club door corona niet groots vieren. Traditiegetrouw heeft Gijssel, die op eerste kerstdag 82 jaar wordt, wel een tinnen bord gekregen. “We bedanken Piet voor al zijn hulp en hopen op nog veel jaren gezelligheid”, zegt verenigingsvoorzitter Anita Nijssen.

DOOR BRITTA JANSSEN

Want gezellig is het bij de club. Gijssel begint meteen te stralen als het daarover gaat. “Daarom stop ik nog lang niet! Zolang het kan, blijf ik betrokken.”

'Maar één wedstrijd ooit gemist'


Wedstrijden rijdt de krasse tachtiger niet meer, maar hij is dan nog steeds de hele dag present en keurt bij iedere wedstrijd de paarden. Samen met zijn neef Adrie Schouwenaar - met een jaar meer op zijn cv het langst lid van Ons Genoegen - beoordeelt hij welke dieren het mooist versierd zijn. "Ik houd van wol en rozen. En de manen moeten netjes geslinterd zijn.” Dat betekent dat ze mooi zijn ingevlochten met versieringen.

Balans
Als je met plezier met paarden werkt op een boerderij, ligt lid worden van de plaatselijke ringrijderijclub voor de hand. "Ik kwam er op mijn zestiende bij en heb in al die jaren maar één wedstrijd overgeslagen. Toen was ik ziek.” Het trouwe lid heeft ze niet allemaal gewonnen, zegt hij eerlijk. "Ik zat in de middenmoot”, grinnikt Gijssel. Ons Genoegen is de enige Zeeuwse vereniging die niet de karakteristieke lans gebruikt, maar een ‘kort stokje'. Die is minder zwaar dan de lans, maar dat maakt het ringsteken volgens Gijssel niet makkelijker. "Omdat de stok lichter is, beweegt die meer heen en weer. Je hebt dus meer balans nodig op je paard.” Verder is de kunst dat het dier zo recht mogelijk op het doel - de ring - afgaat. "Dat ging met mijn fjorden stikgoed.” Veel trainen deed Gijssel nooit. "Als ik een nieuw paard had, ging ik wel eens oefenen op het baantje van Simon de Vos.”

Hecht
Met een optocht en maar liefst zes wedstrijden - meestal zijn het er vier - zou het een druk jaar worden voor de club, maar corona veegde de agenda leeg. Gijssel en de andere leden missen het samenkomen, maar verder gaat het goed met Ons Genoegen. Waar helaas veel verenigingen kampen met ledentekorten, is het 101-jarige club nog springlevend. De zeventig leden vormen een hechte groep, vertellen Gijssel en Nijssen. Zo hopen volgend jaar weer drie leden het zestigjarig jubileum te vieren. De lange historie kent gelukkig ook geen ernstige ongelukken. "Ik ben wel eens gevallen”, weet Gijssel nog, "maar gelukkig kwam ik altijd goed terecht.”
Zijn lange lidmaatschap en waardevolle inzet voor de club leverden Gijssel meerdere pollepels en herinneringsbordjes op. Ze hebben mooie plekjes aan de muur en op de vensterbank gekregen. Ze roepen vele fijne herinneringen op, vertelt Gijssel. "Het is altijd gezellig als ringrijders onder elkaar. Die passie voor het paard gaat nooit weg.”[n]