Paul Corbijn en cassière Denise helpen een klant in de Plus Supermarkt in Vrouwenpolder. FOTO ANNET EEKMAN
Paul Corbijn en cassière Denise helpen een klant in de Plus Supermarkt in Vrouwenpolder. FOTO ANNET EEKMAN Foto: Annet Eekman

'Ik zit in de voeding en kan sowieso niet dicht'

GOES - Wie thuis kan werken, werkt thuis, maar dat is lang niet voor iedereen mogelijk. Er zijn tal van ondernemers, zeker in de voedingsmiddelenbranche, die hun deuren open moeten houden. Hoe pakken zij het in deze crisistijden aan en zijn ze zelf niet bang met het virus besmet te raken?

DOOR EUGÈNE DE KOK

Paul Corbijn van de Plus Supermarkt in Vrouwenpolder weet wat werken is, maar heeft het sinds de uitbraak van het coronavirus drukker dan ooit. Vooral op het gebied van online bestellingen ziet hij een enorme groei. “We rijden continu met drie bussen rond. We hebben soms 7500 orders per dag. Dat is veel meer dan normaal.”

Van hamsteren is bij hem nauwelijks sprake. “We letten er op, maar het is niet echt nodig. Het gaat hier toch anders dan in de Randstad, denk ik.” In zijn winkel in Vrouwenpolder heeft Corbijn alle voorzorgsmaatregelen getroffen. De caissières hebben kuchschotjes, klanten houden voldoende afstand en Corbijn let goed op zijn vakkenvullers. “We willen niet dat klanten hen voor de voeten lopen. Zij moeten hun werk gewoon kunnen doen.”

Slagerij Mieras

Eduard Mieras van Slagerij Mieras in Wemeldinge heeft het ook druk. Vorige week zag hij een piek. “En dan vooral voor het weekend. Mensen die anders regelmatig uit eten gaan, moeten nu ook spulletjes hebben. Dat zie je terug. Het is niet dat mensen heel veel meenemen, er zijn meer mensen die naar de winkel komen." Mieras houdt rekening met het virus. Hij laat maximaal drie klanten tegelijkertijd toe in zijn zaak, zodat ze op anderhalve meter afstand van elkaar kunnen blijven staan. Bang is hij niet. “Ik zit in de voeding en kan sowieso niet dicht. Ik ben ook vrij nuchter. We zien het wel.”

Cees Mol

Zijn collega Cees Mol in Goes vindt het spannende tijden. Net als bij Mieras gaat de omzet de laatste tijd flink omhoog. “Normaal kan ik daarvan genieten, maar nu niet. De aanleiding is ontzettend vervelend. Ik zie ook dat veel collega’s het moeilijk hebben, dan voelt het niet goed.” De drukte kan hij goed aan. Zijn voltallige personeel is nog aan het werk en zet de schouders eronder. Mol is erg alert op de maatregelen. Ook hij laat een maximum aantal mensen toe en corrigeert klanten als het nodig is. “Ik wil er niet laconiek over doen. Het is een onzichtbare vijand. Ik heb liever dat het vandaag over is dan morgen.”

De Fruitschuur

Dat is Kees IJzerman van de Fruitschuur hartgrondig met Mol eens. “Er zijn belangrijkere dingen dan een stijgende omzet.” Hij ziet het leed dat het virus veroorzaakt, maar maakt zich niet druk. “Het komt zoals het komt. Zo sta ik erin. Dan ga je volgens mij het makkelijkste door het leven.” Ook hij heeft het de laatste dagen ontzettend druk gehad. “Begin vorige week was het extreem. Mensen kopen vooral veel bananen en citrusvruchten, omdat er veel vitaminen in zitten. Die producten gaan als een raket.” Hij koopt veel meer in dan normaal. Volgens hem is er momenteel nog meer dan genoeg, al zijn de prijzen op de veiling wel aan het stijgen. “Ik verwacht niet dat het zo druk blijft als er niets verandert. Dan blijft het ook voor ons te overzien.”[l]

Normaal kan Cees Mol, hier met zijn team op een archieffoto, genieten van groei, maar nu vindt hij het lastig. ARCHIEFFOTO COBY WEIJERS
Slager Eduard Mieras laat slechts drie klanten per keer toe in zijn winkel. FOTO SLAGERIJ MIERAS