Dappere redders

Wat doe je als je in een vliegende storm tientallen meters moet overbruggen in zeewater dat te diep is om in te staan? Een vraag die de stuurman van ‘De Bloeiende Lelie’ achteraf kon beantwoorden: hij overleefde een schipbreuk voor de kust van Domburg. Het schip, geladen met wijn uit Bordeaux, liep rond 10 februari 1737 op de banken voor Domburg, de Kueerens of Domburger Rassen. Die lagen toen zo’n driekwart tot anderhalve kilometer uit de kust, afhankelijk van de kaart waar je op kijkt. ‘De Bloeiende Lelie’ moet echter vrij dicht bij het strand terechtgekomen zijn. Door de zware branding van de zee tegen de bank voor de kust brak het schip al snel in twee stukken. De helft van de bemanning kwam terecht op het achterschip, de andere helft op het voorschip. De mannen op het achterschip, waaronder schipper Volkert Jurriaans, werden door de hoge en wilde golven na korte tijd de zee in gesleurd en verdronken. Alleen de stuurman was nog over. Hij probeerde de stukken hout die van het schip af werden gerukt en in vliegende vaart langs kwamen, te ontwijken. Na een poosje ontwaarde hij op het strand een stuk of zeven, acht zeelui, die elkaar vastpakten en zo een ketting vormden, met de langste van hen voorop. Zo kwamen ze de zee in, in de richting van het wrak.

De stuurman pakte nu een steng, een rondhout waarmee de mast van zeilschepen werd verlengd, en stak ermee in zee. Zwom hij? Er staat in het krantenbericht in elk geval dat ‘hij zoo voortworstelende op het eind van de steng na de gemelde zeeluiden toe arbeidde’. Uiteindelijk kon hij de hand pakken van de voorste redder, die tot zijn nek in het water stond.

Op dezelfde manier werden ook de drie of vier mannen op het voorschip gered. De redders ontvingen van het Domburgse stadsbestuur als beloning één van de 340 vaten wijn die uit zee werden gehaald, en wat geld. Strandjutters uit de omgeving konden onverrichter zake naar huis terug, want het stadsbestuur liet het strand bewaken en ‘dreigde alle degenen die over de duynen quamen, onder den voet te zullen schieten'.[l]