James Dumbuya (2e van links) met Calvijn-leerlingen Armand Oostdijk, Jesse Schipper, Eward Meeuse, Andre Goudswaard en Arne Dieleman en Niko Derksen van Voice of Hope op Sicilië.
James Dumbuya (2e van links) met Calvijn-leerlingen Armand Oostdijk, Jesse Schipper, Eward Meeuse, Andre Goudswaard en Arne Dieleman en Niko Derksen van Voice of Hope op Sicilië. Foto:

James: 'Hier ervaar ik vrede en liefde'

ARNEMUIDEN - Via een project van het Calvijn College verblijft de 22-jarige vluchteling James Dumbuya uit Sierra Leone in Zeeland, om te werken aan een betere toekomst. Hij logeert bij docent Adri Weststrate in Arnemuiden. Verjaagd uit zijn thuisland door de burgeroorlog en ebola-uitbraak, heeft James de afgelopen jaren ongelooflijke ontberingen meegemaakt. “Ik heb mijn familie al zes jaar niet gezien”, vertelt James. “Toch ben ik dankbaar dat ik hier kan leven in vrede, bij mensen die om me geven.

DOOR BRITTA JANSSEN

Het Calvijn College zet zich dit schooljaar in voor stichting Voice of Hope. Deze organisatie helpt onder meer gestrande mensen in het vluchtelingenkamp in Sicilië. In de voorjaarsvakantie deden Zeeuwse leerlingen van het Calvijn College vrijwilligerswerk in de kampen. Daar ontmoetten zij James, die al drie jaar in het vluchtelingenkamp verblijft, en zijn verhaal maakte diepe indruk op de jonge Zeeuwen.

Woestijn
Zes jaar geleden vluchtte James in zijn eentje uit Sierra Leone, een van de armste landen ter wereld. Er woedde al jaren een burgeroorlog en daarna kostte ook het ebola-virus veel mensen het leven in het Afrikaanse land. In zijn zoektocht naar veiligheid maakte James veel verschrikkingen mee, vertelt hij. Zo kwam hij voor een tocht door de woestijn, met nauwelijks eten en drinken, te staan. “Sommige mensen dronken hun eigen urine om maar vocht binnen te krijgen”, vertelt James.
Toen hij deze beproeving had doorstaan, belandde hij in de gevangenis, waar hij pas na twee jaar uitkwam. In Libië besloot James met een nieuwe vriend te proberen Europa te bereiken. “Voor de boottocht tussen Libië en Italië zaten we drie dagen op zee zonder eten en drinken. Ik heb mensen om me heen zien sterven. Ik dacht daar op zee dat ook mijn leven zou eindigen.”

‘Doei’
Maar James overleefde en kwam in het vluchtelingenkamp op Sicilië terecht. “God heeft mij gered”, zegt hij. “En ik dank de Italiaanse regering en die van andere landen en alle mensen die mij hebben geholpen.”
In het kamp ontmoette James Daniel Lusenie van stichting Voice of Hope en ging hem helpen als tolk. James spreekt acht talen. Daar komt nu langzamerhand Nederlands bij, want dat leert James in Zeeland. Hij is hier nu zo’n maand en blijft door de coronacrisis langer. James spreekt Engels, maar oefent ook met Nederlands. “Ik moest lachen toen ik de mensen hier ‘doei’ hoorde zeggen, want dat klinkt zo grappig. Hier groeten de mensen ook als ze je niet kennen en dat vind ik fijn. Dit is voor mij een andere wereld dan wat ik gewend ben. In Nederland is er vrede, de mensen zijn vrolijk en behulpzaam en ik maak geen discriminatie mee, zoals vroeger.”

Verrijking
James werkt als vrijwilliger bij een Zeeuwse boer en helpt met de verzorging van de koeien. “James mag vijf jaar in Europa verblijven”, vertelt docent Adri Weststrate van het Calvijn College, die al vaker vluchtelingenkampen bezocht. “We moeten niet alleen kijken naar hoe we hem kunnen helpen, maar ook naar wat hij voor ons kan betekenen. Het was een straatjongen die altijd aan het voetballen was, dus hij is heel sportief. Daarnaast kan hij zijn levenservaring delen.” Dat gebeurde ook al snel in huize Weststrate. “Wij hebben tien kinderen en het is een verrijking om James bij ons te hebben. Zo begint onze jongste zoon van vier jaar al Engels te spreken. En toen we pas na het avondeten de restjes de vaatwasser in gingen zei James dat hij met die portie heel blij was geweest in de gevangenis. Zulke dingen zetten je aan het denken. We letten nu beter op dat de borden leeg zijn.”
Zijn toekomst is een vraagteken, zegt James. “Ik hoop dat ik in Nederland of een ander Europees land mag blijven. En ik wil heel graag bij mijn familie zijn. Ik weet niet hoe het gaat lopen, dat is in Gods handen.”[l]