René Brozius is vaak te vinden op de Markt. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN
René Brozius is vaak te vinden op de Markt. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN Foto: Edwin Mijnsbergen

'Het was een mooie tijd in de rooie buurt'

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: René Brozius.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN

Organist. Pianist. Entertainer. Zijn visitekaartje verklapt meteen de rode draad in René Brozius’ (81) leven. Als het even kan, speelt hij op zijn synthesizers, die hij workstations noemt. René is gespecialiseerd in evergreens van de jaren veertig tot nu. “Ik denk dat ik zo’n duizend nummers kan spelen zonder bladmuziek. Da’s de ervaring hè? Ik speel al vanaf m’n zesde.” Als ik hem vraag of zijn buren geen last hebben van zijn spel, begint hij te lachen. “Welnee joh, ze zetten juist de deuren naar de gang open. Ze genieten ervan.”

Markt
In de gemeenschappelijke tuin van het appartementencomplex aan de Gerbrandylaan waar René woont, merk ik dat de contacten tussen de bewoners inderdaad prima zijn. René roept de hond van een buurman alsof het zijn eigen huisdier is. Het beestje reageert meteen. Het tafereel zegt iets over de onderlinge sfeer, maar ook over René. Hij is graag onder de mensen. Ik ken hem vooral als een van de Middelburgers die bijna iedere dag met een man of tien op de Markt staan, meestal voor het oude winkeltje van JB Diesch. “Waar hebben jullie het toch altijd over?” René begint weer te lachen. “Meestal over wie er nu weer dood is. Echt hoor, dat is een onderwerp dat vaak terugkomt.” Maar een praatgroep over zware onderwerpen is het zeker niet. Ik sta er weliswaar nooit lang bij, maar hoor de mannen steevast met elkaar dollen. Ze kennen elkaar al jarenlang, of zelfs een leven lang en delen veel Middelburgse verhalen met elkaar. Ze kennen iedereen van hun generatie.

Rozendwarsstraat
Tot enkele jaren geleden woonde René vijftien jaar in België, waar hij nog steeds vaak speelt op feesten en diner-dansants. Terug in zijn geboortestad voelt het alsof hij nooit is weggeweest. “Ik ben opgegroeid in de vroegere Rozendwarsstraat, nu de Oranjelaan. Het was een mooie tijd, daar in de rooie buurt. De Middelburgse broers Johan en Jan-Willem Antheunisse hebben over het gezin Brozius verteld hoor, in hun voorstelling ‘Huurdersliefenleed’. Mijn ouders wilden na de inundatie per se terug naar ons huis, dat nog onder water stond.” Hij pakt er een doos oude foto’s bij. Het zijn bijzondere beelden, van een huis omgeven door stellages, die fungeerden als noodtoegang. Ik herinner me het verhaal van de gebroeders weer. “Oh! Ben jij er eentje van dát gezin?”

Evergreens
Muziek kreeg René met de paplepel ingegoten. Zijn opa was pianist, zijn vader ook. “Dat is wel bijzonder hè? Mijn opa speelde bijvoorbeeld de muziek in cinema Electro op de Markt. Toen draaiden er alleen stomme films, vandaar. Mijn vader was een echte klassieke pianist. Hij vond het maar niks dat ik koos voor het moderne genre. Evergreens uit de oorlog, van Sinatra, maar ook jazz en rock ’n roll. Verschrikkelijk vond hij het.”

Kraanmachinist
Wat opstandig was René dus wel, maar een echte wildebras niet. “Ik voel me nog steeds fit. Ik heb veel gewerkt en gesport en nooit gerookt of gedronken. Dat scheelt alles! Na de ULO op de Dwarskaai ging ik naar de Kraanschool in Rotterdam. Ook kreeg ik bijles van een Conservatorium-docent. Na mijn opleiding was ik jaren kraanmachinist, onder meer bij bouw- en heibedrijf Wewabo in Vlissingen. We werkten toen nog met van die klassieke hei-installaties.” Hij laat weer oude foto’s zien, van grote klussen in het centrum van Vlissingen.
René vertelt met plezier over álles wat hij doet en deed, maar steeds keert hij binnen enkele minuten terug bij de muziek. En natúúrlijk laat hij wat horen. Even later op de fiets zit de muziek nog in mijn hoofd: 'We’ll meet again' van Vera Lynn. Grijnzend bedenk ik dat wij wél bijna zeker weten wanneer we elkaar weerzien. Die middag zie ik René inderdaad op de Markt. Ik had het jammer gevonden als dat niét zo was geweest.[l]