Bram en Christine Francke in de inmiddels bekende Reigerstraat. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN
Bram en Christine Francke in de inmiddels bekende Reigerstraat. FOTO EDWIN MIJNSBERGEN Foto: Edwin Mijnsbergen

Bram en Christine zijn verliefd op hun bed and breakfast en hun werk

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Bram Francke.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN


“Op de dag dat we de sleutel kregen zijn we hier meteen gaan slapen en aan het klussen geslagen. We waren als kinderen zo blij." Bram en Christine Francke namen eind vorig jaar De Kaepstander over, de bed and breakfast aan het Koorkerkhof in Middelburg, die in 1996 werd geopend door Renny en Gré Minnaert. Een ding weet het stel ruim een half jaar later zeker: ze zijn smoorverliefd, zowel op het het monumentale pand als op hun nieuwe rollen als gastheer en -vrouw. Ze genieten er van om hun gasten te ontvangen, in de watten te leggen en wegwijs te maken in de stad. Een beter vertrekpunt kun je ook eigenlijk niet hebben. De Kaepstander ligt op steenworp afstand van de Lange Jan. Letterlijk.


Ouderlijk

Hoewel het hele gezin Francke geniet van het nieuwe ouderlijk huis is het vooral voor Bram een welkome aanvulling op alle dingen die hij al zo lang doet. “Ik ben al bijna 35 jaar docent. Het vak geeft me nog steeds veel voldoening maar tegelijkertijd had ik al langer het gevoel dat ik meer wilde. Ik wist alleen niet meteen wat dan. Dat werd, mede dankzij een traject, duidelijker. Op zeker moment kwam de sleutelvraag: 'Wat zijn je dromen nog?' Bij mij kwamen er twee dingen uit: lekker koken én iets doen rondom gastvrijheid. Onze oudste dochter, die op dat moment in Japan zat, wees ons op De Kaepstander. We waren er niet meteen van overtuigd dat het iets voor ons zou zijn, maar we hadden alle tijd om erover na te denken. Uiteindelijk besloten we het gewoon te doen.”
Het is even wennen, maar toch heeft de verhuizing naar de omgeving van het Middelburgse Abdijcomplex voor hem iets vertrouwds. "Tussen mijn vijftiende en twintigste had ik een vakantiebaantje bij het Zeeuws Museum, als kaartverkoper en schoonmaker. Ik ben zeker geen vreemde in deze buurt.”

Bram kwam ter wereld in het centrum van Middelburg, in de Hoogstraat, op nummer 29. "Na vijf jaar verhuisden we naar de Oude Koudekerkseweg. Dáár ben ik echt opgegroeid.” Bram verliet de stad alleen voor zijn studie in Amersfoort. Daar volgde hij de lerarenopleiding. Als leraar geschiedenis en maatschappijleer werkt hij al jaren op het Calvijn College in Krabbendijke. Juist omdat Bram al zo lang in het onderwijs werkt, dacht ik kennis te maken met een standvastig persoon, die lang dezelfde dingen doet, maar als Bram en Christine me rondleiden, en tegelijkertijd vertellen over hun huwelijk en leven kom ik daarvan terug. Hij is nu 25 jaar getrouwd met Christine, die als niet-Zeeuwse naar Zeeland wilde komen, onder de voorwaarde dat ze in Middelburg zouden gaan wonen. Met die wens kon Bram goed leven. Ze woonden aan de Spinhuisweg en in Prinsenhove in Middelburg-Zuid, later nog tien jaar in de Bruggemede in Dauwendaele. Ze woonden overal met veel plezier. “Middelburgers doen wel eens smalend over de wijken ten zuiden van het Kanaal, maar wat mij betreft horen die bij de stad. Het is er heerlijk wonen."

Het is ook heerlijk wonen in het hart van de stad. Daar is het hele gezin Francke het over eens. Tijdens de rondleiding word ik meegenomen van de kelder van het pand tot aan de kaepstander op de bovenverdieping, waar het huis naar is vernoemd. Het blijkt een takelmechanisme te zijn, dat nog in zeer goede staat is. "Weer wat geleerd." Als ik dat zeg, glimlachen de Franckes. Ze genieten van mijn belangstelling. Als ik tijdens het maken van foto’s en filmpjes van het prachtige uitzicht vanuit een van de slaapkamers omkijk zie ik het stel even glunderen. Dan weet ik: Zij hebben hun draai gevonden. Het zijn de juiste mensen, op de juiste plek.[l]