Bij het Polderhuismuseum in Westkapelle was het de afgelopen maanden niet anders bij andere organisaties. “Het leven zit verrassingen. Dat hebben we in ieder geval geleerd van deze periode”, zegt Ivo van Beekhuizen.
Het museum en de vele vrijwilligers vormen een hechte groep, net als het dorp op zich. “Iedereen moest in quarantaine, maar ik heb het idee dat Westkapelle desondanks een hechtere samenleving is geworden.” In het museum heeft iedereen tijdens de coronacrisis de schouders er onder gezet. “Zo’n periode dwingt je om creatief te zijn. Gelukkig zijn we dat van huis uit. Dat mondt dan uit in het maken van Zeeuwse mondkapjes. Dat wordt dan opeens je best verkochte product. Iedereen heeft een stapje extra gedaan, al kraakte en piepte het soms.”
Inmiddels zijn het museum en één vuurtoren weer open. Er zijn looproutes gemaakt, er ligt een protocol en bezoekers zijn welkom in tijdsblokken. Ze moeten wel reserveren, want in de eerste maand mogen er maar dertien per keer naar binnen. “We proberen flexibel te zijn. Wij moeten het hebben van de passanten. Als er mensen bij ons op het terras zijn die een kijkje willen nemen, mogen ze naar binnen ... als er ruimte is.” Ondanks de rustige zomer, zonder de wekelijkse activiteiten, ziet Van Beekhuizen het zonnig in. “We draaien sinds de start zonder subsidie. Ook nu lukt ons dat. We overleven deze crisis wel.”[n]