Rowena van Loon.
Rowena van Loon. Foto: Edwin Mijnsbergen

'Ik houd van de warmte en geborgenheid hier'

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Rowena van Loon.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN


De kans is groot dat ook bij Middelburgers die haar niet persoonlijk kennen toch een lampje gaat branden als ze het gezicht van Rowena van Loon zien. Ze werkte lang voor André Vandepitte, beter bekend als de bloemenman van de stad. Het was altijd een vakantiebaantje, maar ze was wel een vaste waarde. Ze begon ooit bij hem in de bloemenkiosk op de Markt in Middelburg, na enige bemiddeling door haar vader Ronny van Loon, eigenaar van Van Loon Koeltechniek. Ze keerde terug in de winkel toen die was verhuisd naar de Sint Janstraat en zij zelf een punt had gezet achter een studie in Amsterdam.

Vorige maand heeft ze, na ruim tien jaar, afscheid genomen van het bijbaantje. Ze gaat binnenkort aan de slag als jeugdzorgmedewerker bij de William Schrikker Stichting, een organisatie die gespecialiseerde jeugdzorg verleent aan kinderen met een beperking en aan kinderen van ouders met een beperking.

Ze is blij dat ze terug is in Middelburg, dichtbij haar ouders en alle andere mensen waar ze veel om geeft. Ze is dol de stad. “Middelburg betekent veel voor me. Ik houd van de geborgenheid, gezelligheid en warmte hier. Ook daarom ben ik teruggekomen. Als je door het centrum loopt kom je altijd wel bekenden tegen. Met de schoonheid van de gebouwen was ik nooit veel bezig, maar de laatste jaren valt dat me vaker op. Het maakt me trots, als ik zie hoeveel toeristen het stadhuis staan te fotograferen. ‘Dat is wel óns stadhuis’, denk ik dan.”


Klarenbeek

Rowena groeide op in het noordelijke gedeelte van Middelburg. Tot haar twaalfde woonde ze met haar ouders en broertje aan de Noordsingel, daarna ging ze naar de Pieter Gootjesstraat, in Klarenbeek. Haar jeugd vat ze in een paar minuten samen. “Daar heb ik gewoon niets over te mopperen. We waren altijd een gezellig en hecht gezin. De band is altijd hecht gebleven. Alles was bespreekbaar, en dat is nu gelukkig nog steeds zo."

Dat Rowena nu aan de slag gaat in de sociale dienstverlening kun je omschrijven als het resultaat van een lange zoektocht. Al op haar twaalfde droomde Rowena van een loopbaan bij de recherche, als forensisch onderzoeker. Daarom koos ze in 2010 voor de MBO-opleiding laboratoriumtechniek. Het diploma haalde ze in 2014. “Ik moest er gewoon keihard voor werken, eerlijk is eerlijk. Dat merkte ik ook toen ik naar Amsterdam vertrok. Ik werd ingeloot voor de recherche-opleiding, maar koos toch voor de studie biomedische laboratoriumtechniek, omdat die opleiding betere perspectieven op de arbeidsmarkt bood. De overstap was te groot."

Ze wilde terug naar Zeeland. Haar ouders vonden het best dat ze thuis kwam wonen, maar stelden als voorwaarde dat ze opnieuw zou gaan studeren. Rowena koos uiteindelijk voor de studie Social Work, aan de HZ in Vlissingen. Die opleiding rondde ze dit jaar met succes af en bracht haar in aanraking met William Schrikker.[n]