Ad den Boeft.
Ad den Boeft. Foto: Edwin Mijnsbergen

Ad zou de Vlissingseweg nooit willen missen

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat ze hebben met de stad en met hun stadsgenoten? Deze week: Ad den Boeft.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN


Dankzij mijn werk voor de website Wij zijn De Stad ontmoette ik de laatste jaren veel Middelburgers die trots zijn op hun woonplaats, maar zo expliciet als Ad den Boeft is in zijn liefde voor Middelburg, zo zag en hoorde ik het nog niet vaak. Of hij het heeft over de straat waar hij al zijn hele leven woont, over het werk dat hij vroeger deed voor lokale werkgevers of over alle steegjes en gangen van het oude centrum, zijn verhalen zitten vol vuur en enthousiasme. Middelburg is de stad van Ad, daar kan geen twijfel over bestaan.


Plan Molenwater

Dit voorjaar maakte ik voor het eerst kennis, toen ik een filmpje maakte over de laatste fase van ‘Plan Molenwater’. De contouren van het nieuwe stadspark waren toen al zichtbaar. Ad legde uit dat hij iedere dag met zijn scootmobiel van de Nieuwe Vlissingseweg naar het park rijdt om te genieten van de rust en ruimte. Gevraagd naar zijn kijk op de toekomst van het park kwam hij met een uitgebreide opsomming van mogelijkheden. Voor het voormalige kassahuisje van Miniatuur Walcheren, dat na enig gesteggel gewoon is blijven staan waar het al jaren stond, had Ad ook een invulling. Hij zou best aan de slag willen als beheerder en toezichthouder van het park, het liefst met een mooie waakhond aan zijn zijde. Het oude kassahuisje zou dan prima kunnen fungeren als loge.

Deze maand was Ad volop in het regionale nieuws. Zowel de PZC als Omroep Zeeland besteedden uitgebreid aandacht aan het recent gepubliceerde boek dat hij schreef: 'Overeind na een herseninfarct'.

Uitgeverij Den Boer De Ruiter vatte het in de aankondiging van de boekpresentatie als volgt samen: “Op 10 november 2012 kreeg Ad een ernstig herseninfarct waaraan hij een gedeeltelijke verlamming en spasticiteit overhield, waardoor hij niet meer in staat was zijn beroep van groepsleerkracht in het speciaal onderwijs uit te oefenen. Ruim een jaar geleden begon hij zijn verhaal op papier te zetten. Van het ene op het ander moment kwam hij terecht in een totaal andere wereld. Hoe je jezelf in de meest sombere tijden toch weer overeind helpt, laat Ad den Boeft zien in zijn vaak tragische maar vooral humoristische beschrijvingen van zijn ervaringen en ontmoetingen met lotgenoten en niet te vergeten zijn begeleiders."

Als ik Ad spreek, bij hem thuis, in het oude huis van zijn opa en oma, vertelt hij uiteraard ook over het herseninfarct en alle veranderingen sindsdien. “Mijn leven is gekanteld. Het heden noem ik nu ‘het andere leven’, de periode voor het infarct ‘mijn vorige leven’.” Lang blijft hij niet bij het onderwerp hangen. Als hij merkt dat ik ook veel belangstelling heb voor hem als rasechte Middelburger schiet hij van het ene verhaal naar het andere, precies zoals hij dat in zijn boek doet. “We hebben de hoofdstukken bewust geen chronologische volgorde gegeven. Dat maakt het wat spannender."

De 262 pagina’s van 'Overeind' zijn niet in een paar alinea’s samen te vatten, en juist omdat het boek net is uitgebracht, verwijs ik er voor Ad’s levensverhaal graag naar. Het is in alle Zeeuwse boekhandels verkrijgbaar. Als je het koopt en lees leer je, net als ik, hoe het komt dat Ad zoveel houdt van het voormalige schoolgebouw aan de Dwarskaai, waar hij jarenlang in alle vroegte aan de slag ging als conciërge, als hij zijn distributie- en bezorgwerk voor de regionale en landelijke dagbladen er al op had zitten. Hij stond altijd om vier uur ’s nachts op en kent de binnenstad daarom niet alleen bij daglicht. “’s Nachts is alles anders. Je weet op een gegeven moment wel op welke uitstekende fietsbeugels of stoeptegels je moet letten, als je met een zwaarbeladen fiets door straatjes als de Isabellagang rijdt. De geluiden van de stad zijn ook anders. Alleen al die meeuwen die van zich doen horen, als ze net wakker zijn. Prachtig!”

Ad beschrijft details die ervoor zorgen dat je dingen meteen visualiseert. Als ik het waag om lachend te vragen hoe een mens in vredesnaam zoveel van de Nieuwe Vlissingseweg kan houden, hoeft hij geen seconde na te denken. "En óf dit de mooiste straat van de stad is! Ik woon hier niet voor niets al zestig jaar! Als je uit het raam kijkt, zie je altijd de dijk. Je ziet hoe de lente opkomt, hoe het fluitenkruid in bloei schiet. Ik zou het nooit willen missen."

Zou hij Middelburg wel kunnen missen? Nee. Als dienstplichtig militair reisde hij door het hele land, maar het kwam nooit in hem op om Zeeland te verlaten. "Maar als ik weg zou moeten, zou ik vertrekken naar Rotterdam.” Die stad, en dan met name het zuidelijke deel ervan, heeft ook een speciaal plekje in het hart van Ad. Hij is een rasechte Middelburger, maar ook een rasechte Feyenoorder. Ook dáár schrijft hij over in 'Overeind'.[n]