Het spreekwoordenboek van de dominee

Een prachtig boek, hoewel het al bijna 300 jaar oud is. Geschreven door Carolus Tuinman, gereformeerd predikant te Middelburg: “De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal.” Het kwam uit in 1726 en was een vervolg op de vier jaar eerder verschenen ‘Fakkel der Nederduitsche taale’. Tuinman verzamelde sinds zijn jeugd spreekwoorden en doordat hij opgroeide in Maastricht, studeerde in Utrecht en predikant was in vier Zeeuwse gemeenten, moet hij kennis hebben opgedaan van spraakgebruik uit al die landsdelen. Bevat zijn spreekwoordenboek dus ook typisch Zeeuwse uitdrukkingen?

Een heel enkele keer maar noemt Carolus het Zeeuws expliciet: “‘t Is teu, teu. Dit zeggen de Zeeuwen, als ymand zijn woord niet wel weet te doen, en zijne redenen geen klem of kracht hebben.” Tuinman dacht dat ‘teu, teu’ aan tateren oftewel babygebrabbel ontleend was. Tegenwoordig is het nog bekend in de verwante betekenis ‘teut’, oftewel dronken. Duidelijk Zeeuws is ook: ‘Hij is in een derrygat geraakt’ voor iemand die in een hachelijke situatie beland is. Een derriegat moet een gat (in het wegdek?) geweest zijn, ontstaan door het wegsijpelen van veen (derrie).

Ook het spreekwoord ‘Ymand in den baard varen’(‘stoutelijk tegenspreken’) komt bekend voor. Ik hoorde althans een vergelijkbare uitdrukking van een oude Oostkappelaar: Ie voelde z’n eige in z’n baerd gebete. Oftewel: hij voelde zich aangevallen, met woorden natuurlijk. Wie aan iemands baard komt, is de ander inderdaad erg dicht genaderd en is dus bedreigend. Een vierde uitdrukking roept ook herinneringen wakker. “Hij wijst op een dorp, daar geen huisen staan”, noteerde Tuinman voor het sturen van iemand naar een onbestaande plek. De vaste uitdrukking die mijn vader bezigde als hij bepaalde mensen hoorde praten, wijkt daarvan af. “Lekker lulle is óók een durp, mae je eit er geên burgemeêster.” Toch een duidelijke waarschuwing dat je niet alle mooie praatjes zomaar moet vertrouwen. Ook de onvolprezen zei-spreuken ontbreken niet in Tuinmans Spreekwoordenboek. “Ik mag lyden, zeide de meid, dat men my kust daar ik by ben, anders zou ik het qualyk genomen hebben.” Komt allemaal goed, meid.[n]