Een van de twaalf aangetroffen  perkamenten vellen waarop de middeleeuwse tekstfragmenten van het riddergedicht geschreven staan. Deze vellen werden eeuwen geleden aan elkaar genaaid en dienden als opbergmapjes voor oude rekeningen van het Begijnhof. FOTO: BEGIJNHOF BREDA
Een van de twaalf aangetroffen perkamenten vellen waarop de middeleeuwse tekstfragmenten van het riddergedicht geschreven staan. Deze vellen werden eeuwen geleden aan elkaar genaaid en dienden als opbergmapjes voor oude rekeningen van het Begijnhof. FOTO: BEGIJNHOF BREDA Begijnhof Breda

Middeleeuwse Nederlandse tekstfragmenten in archief Begijnhof

BREDA - Bij de viering van het 750-jarig bestaan van het Begijnhof Breda in 2017 is uitvoerig stilgestaan bij het feit dat het Begijnhof Breda een van de oudste instellingen van Nederland is. Het Begijnhof Breda heeft ononderbroken vanaf 1267 tot op heden onder eigen bestuur en met behoud van bezittingen, vermogen en inkomsten zijn activiteiten kunnen voortzetten.

In samenhang daarmee is het archief van het Begijnhof Breda steeds actief in beheer gebleven en aangevuld en daarmee tenslotte gedurende meer dan 750 jaar tot op de huidige dag in zijn onderlinge samenhang bewaard gebleven. Het archief bestaat uit meer dan 42.000 pagina’s.

In dit archief werden in 1879 tekstfragmenten aangetroffen die een van de oudste teksten bevatten die in de Nederandse taal geschreven zijn. De, in twee kleuren met de hand beschreven, twaalf perkamenten vellen werden door de begijnen eeuwenlang gebruikt als verpakkingsmateriaal voor rekeningen van het hof en zijn daardoor bij toeval bewaard gebleven.

De teksten werden onder de aandacht gebracht van professor J. Verdam te Amsterdam die deze herkende als fragmenten van een rond 1340 gemaakte vertaling in het (oud) Nederlands van het Franse riddergedicht Aiol en Mirabel dat eind twaalfde eeuw in het noorden van Frankrijk, vermoedelijk in Picardië, werd geschreven. Hij publiceerde daarover in 1882 een artikel in het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.

Na de ontdekking van deze waardevolle Bredase ‘Aiol’-fragmenten is het toch allengs daaromtrent enigszins stil geworden. Het is de verdienste van professor J.H. Winkelman dat aan deze toestand thans een einde is gekomen. Hij heeft zich immers gezet aan een uitgebreide bestudering van deze ‘Aiol’-fragmenten en daarover een boek geschreven dat is opgenomen in de serie van inmiddels zeven boeken die het Begijnhof Breda in de afgelopen jaren heeft uitgegeven.

Het boek, onder de titel: De Vlaamse ‘Aiol’. Fragmenten van een middeleeuws riddergedicht uit het begijnhofarchief van Breda, is thans gereed gekomen en professor F.P. van Oostrom - verbonden aan de Rijksuniversiteit Utrecht en gespecialiseerd in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen - is bereid gevonden op vrijdag 14 februari 2020 uit handen van professor J.H. Winkelman het eerste exemplaar in ontvangst te nemen.

Het fraai geïllustreerde boek telt 192 pagina’s en is voor € 18,50 te koop in de museumwinkel op het Begijnhof. [l]