Beul Kotälla. FOTO PB 4045
Beul Kotälla. FOTO PB 4045 Foto:

Bekentenissen van beul Kotälla in de Koepel

BREDA - De Bredase verzetsmannen Antoon Veldkamp en Jan van Breugel bleven in strafkamp Amersfoort uit handen van de beruchte Kotälla, beter bekend als de kettingbeul.

DOOR RINIE MAAS

Het leven van bovengenoemde verzetshelden is opgetekend; dankzij mevrouw Veldkamp en Breugel. Beiden waren bij uitstek geschikt de figuur Kotälla zijn ware gezicht te geven. Veldkamp in dienst bij de sociale dienst in Breda en Jan van Breugel bij de Demka in Utrecht. De concurrent van de Etna in Breda.

Martelingen

Beiden actief in het verzet totdat ze werden opgepakt door verraad en in Amersfoort kennis maakten met de voor de oorlog door een Duitse arts al krankzinnig verklaarde Kotälla berucht door het redeloos slaan met een ketting zijn folteringen en martelingen uren durend appèls, zijn trappen tegen het geslachtsdeel, de "rozentuin" en de Kotälla dans die hij sadistisch genoegen uitvoerde op het dode lichaam van een bezweken gevangene.

Spijt!

Dat is na te lezen in de bibliotheek in het uitverkochte boek Stadshelden. Had Kotälla na de oorlog spijt van zijn misdaden? Gelukkig beschik ik over een reserve archief. En al is door mij en anderen de geschiedenis verteld er is, stel ik tot mijn eigen genoegen vast, na 75 jaar nog altijd de beschikking over aanvullende kopij als antwoord op de vraag hòe de Drie van Breda nà de oorlog waren, waarbij het boek van gevangenisbewaarder Ton Mink op zichzelf staat.

De beul dweilt de vloer

Kotälla dus nà de oorlog komt nader tot ons in een interview met Marlice Bavinck in 2005 voor de school voor de journalistiek. Het is een prima artikel. Hij dweilt braaf de gangen. Voor begin van zijn werk koffie en De Telegraaf. "Dat kraken had ik als politiecommandant niet laten gebeuren", tiert hij op zijn cel. Al dan niet begeleid door de medicamenten van de dokter hebben de bewaarders geen kind aan de man. Het prijzenswaardige van Marlice Bavinck is dat zij op professionele wijze tot de beul doordringt.

Gestoord

Hoe kwam hij "aan die baan?" Kotälla antwoordt dat dat echt iets voor hem was omdat hij al lid was van de Sicherheitsdienst van december 1942 tot april 1943. De vraag van Schutzhaftklagerfuhrer Peter Berg om "de administratie" in het concentratiekamp te regelen kwam kennelijk als geroepen. Men mag er vanuit gaan, om van zijn gestoordheid gebruik te maken, dat de nazi's precies wisten wie ze voor dit werk moesten ronselen. "Ik heb ja gezegd. Het was echt iets voor mij. Ik was altijd al op zoek naar een baan waar ik zelf de leiding had". De journaliste gaat in op zijn psychiatrische behandeling. Ja, hij was voor de oorlog in behandeling. Elders in een proefschrift over zijn beestachtigheid: In zijn jeugd kreeg hij een kroonluchter op zijn kop.

Krankzinnig

Vond de leiding zijn straffen en de manier waarop inderdaad te gek voor woorden, al wist en met een krankzinnige te maken te hebben? Hij geeft zijn voorgeschiedenis bloot. Hij vertelt voor de oorlog krankzinnig verklaard te zijn door zijn psychiater in Duitsland. Maar Kotälla in de Koepel voegt er een eigen mening aan toe. Hij denkt aan een complottheorie. Achter diens conclusie kan hij absoluut niet staan. "Het is gewoon een grote samenzwering tegen mij. In de oorlog dachten ze me zeker op die manier te kunnen stoppen". En….zo is onverminderd Kotälla in de Koepel. Hij zegt: "Ik kan er nu nog boos om worden". In de werkplaats worden er plannen gesmeed maar niet uitgevoerd.

De Rozentuin

De rozentuin komt aan de orde. Wat hield dat in? De Rozentuin was een langwerpige strafplaats, onthult hij, tussen het SS bewakingskamp en het binnenkamp voor gevangenen. De misdadiger formuleert hoe de rozentuin eruitzag. "De plaats was omgeven met betonnen palen die met rollen prikkeldraad aan elkaar verbonden waren. Als iemand niet had geluisterd had werd hij in deze 'tuin' gezet. Hij moest dan stilstaan. Het kon wel even duren voordat de gevangenen doorhadden dat ze daar stonden.

De beul geniet!

Soms bleven ze acht uur staan zonder eten en drinken tot ze omvielen". De beul geniet. Je hoort het. Hij gaat in op de vraag waarom hij 'de beul van Amersfoort' werd genoemd? "Nou ja…dat kan ik wel. Ik was degene die elke keer straf moest uitdelen omdat niemand ander dat deed. Anderen noemden mijn manier van "systematisch uithongeren en mishandelen weerzinwekkend". Maar zo zou hij het ook weer niet noemen. Kotälla houdt er een ander idee op na. "Waarschijnlijk vonden ze me zo afgrijselijk omdat ik plezier had in mijn werk." 5 mei bevrijdingsdag nadert. De Duitsers zijn nu prima buren. Maar het blijft een plicht het nazi-juk 40-45 te herinneren dat zoveel mensen een verschrikkelijke dood injoeg. Veldkamp en Van Breugel uit Breda ontsprongen de dans. [l]