Afbeelding
Foto: Johan Wagenmakers

“Voor een goed stuk vlees weet men ons nog altijd te vinden,” zegt Pieter Jan (58) van de Riet. Samen met zijn vrouw Mieke (57) heeft hij een ambachtelijke slagerij in Bosschenhoofd. Zij overwegen niet om vleesvervangers te gaan verkopen.


“Wij zijn nog een slagerij mét vlees,” lacht hij. “Bij ons kan men nog een gewoon stuk vlees kopen. Er is heel weinig of geen vraag naar vegetarische producten en ik ga daar niet aan beginnen ook. ‘Schoenmaker blijf bij je leest,’ zeg ik altijd. Uiteraard gaan we wel met de wensen van de klanten mee, die willen het steeds gemakkelijker hebben. Zo verkopen we bijvoorbeeld diverse stamppotten, kant en klare hachee, kip in satésaus, pilav, nasi, bami, ovengerechten en allerlei soepen. Voor de oudere mensen en alleenstaanden hebben we eenpersoonsgerechten.”

De vraag naar vlees is, zoals het uit recent onderzoek ook blijkt, volgens het echtpaar uit Bosschenhoofd zeker niet teruggelopen. Traditionele producten als bloedworst, zult en ontbijtspek vinden nog steeds gretig aftrek. “Voor gekookte ribben komen onze klanten zelfs van heinde en verre. De meeste vraag is er echter naar schnitzels. In deze coronatijd verkopen we ook duidelijk meer kogelbiefstukken en varkenshaasjes. Omdat mensen niet uit gaan eten, mag het wat luxer zijn en iets meer kosten. Je moet met een goed stukje vlees voor de dag komen en vriendelijk zijn, dan blijven de klanten terugkomen.”[n]