Sjaak en Bets Rovers verrichten samen vrijwilligerswerk voor Avoord. FOTO PETER VAN TRIJEN
Sjaak en Bets Rovers verrichten samen vrijwilligerswerk voor Avoord. FOTO PETER VAN TRIJEN Foto: Peter van Trijen

Koninklijke lintjes voor Sjaak en Bets Rovers

ETTEN-LEUR – Het is heel bijzonder, wanneer man en vrouw op dezelfde dag gedecoreerd worden. Dat viel Sjaak en Bets Rovers op vrijdag 24 mei te beurt. Hun dochter en schoonzoon kwamen op de koffie, dus was het echtpaar thuis. Ze waren beiden verbaasd, dat op hetzelfde tijdstip de burgemeester per telefoon met beeld en geluid contact zocht.


DOOR RENÉ BRUIJNINCX


Sjaak en Bets Rovers werden beiden blij verrast met de waardering die ze voor hun vrijwilligerswerk gekregen hebben. Het Lintje laat nog even op zich wachten, maar de oorkonde en bloemen werden op dezelfde dag bezorgd.


Mevrouw Rovers

Bets Verdaasdonk trouwde in 1963 met Sjaak Rovers, en dat was ook de reden dat ze in Etten-Leur kwam wonen. “Ik kom uit De Beek, wat later werd samengevoegd tot Prinsenbeek. Ik heb in het begin van onze trouw bij Armalux en de PTT gewerkt. Op een gegeven moment werden die bedrijven opgeheven of verplaatst. Toen kreeg ik keurig netjes een uitkering”, vangt ze haar loopbaan samen. Omdat ze uit een groot gezin kwam, was het vanzelfsprekend dat iedereen voor elkaar en de omgeving klaarstond. Zodra er in de buurt iemand ziek was of was bevallen, werd er geholpen. “Omdat wij gewend waren om eerst een prestatie te leveren, voordat je betaald werd, wilde ik graag vrijwilligerswerk gaan doen”, vervolgt ze. “Vanaf 1988 werd ik vrijwilliger in het Elisabethshuis. Ik hielp bij de sjoelmiddagen en –avonden. Haalde mensen op en bracht ze weer terug naar hun kamer. Ik hielp bij de catering en allerlei andere evenementen, zoals de muziekmiddagen, paas- en kerstactiviteiten, bij de filmmiddagen en bij de jaarlijkse verkoopmiddagen van kleding. Ik ben daar vorig jaar gestopt, omdat het allemaal een beetje teveel werd. Ik word tenslotte dit jaar 81 jaar”. Maar mevrouw Rovers was niet alleen aan het Elisabethshuis verbonden, ze was ook een van de vrijwilligers die actief was en is in de ontmoetingsruimte van De Schaapskooi. “Een groot deel van de week ben ik daar te vinden. Ik help bij de koffieochtenden, ben er als de bewoners komen kaarten, en ben als begeleider van de partij tijdens de bioscoopbezoekjes, het bloemschikken, bij de weekmaaltijd en de frietjeszondagen”.


Meneer Rovers

Meneer Rovers werd actief als vrijwilliger na zijn arbeidzame leven. Ik repareer spullen die bij Avoord worden gebruikt, begeleid mensen op de duo fiets en ben betrokken bij het intern cliëntenvervoer. “Ik breng bewoners van Avoord naar de fysiotherapeut, en haal ze na hun behandeling ook weer op”, vat hij enthousiast zijn activiteiten samen. “Ik ben van 2013 tot 2018 chauffeur op de Plusbus geweest. Jammer genoeg is die service opgehouden te bestaan, maar ik mocht ondanks mijn leeftijd blijven rijden tot ze ermee gestopt zijn”. Sjaak Rovers steekt niet onder stoelen of banken dat hij het op de bus uitstekend naar zijn zin heeft gehad. “Daarna heb ik nog de interne post van alle vrijwilligers van Surplus bezorgd vanuit Etten-Leur naar Breda en Zevenbergen”. Omdat Sjaak uitermate muzikaal is en was, “Ik speel nog steeds thuis op mijn keyboard en mondharmonica”, was hij 16 jaar lid van De Mondorgelvrienden. “Ook bij het koor De Muzikale Vrienden van Toon Wijngaards mocht ik bij ieder optreden een paar nummers meespelen”. Omdat Sjaak en Bets Rovers maatschappelijk betrokken zijn maken zij zich grote zorgen over de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Sjaak daarover: “Ik ben net als mijn vrouw als vrijwilliger bij Avoord bij tal van activiteiten betrokken. De bewoners moeten het al een behoorlijk tijdje zonder die activiteiten doen, terwijl ook de vrijwilligers ernaar snakken om weer hun bijdrage te kunnen leveren”. En hij sluit af: “We wandelen wat en fietsen wel eens een stukje, maar omdat er geen terrasjes open zijn is dat natuurlijk niet zo gezellig. Gelukkig zijn we dankbaar voor de waardering die we voor ons vrijwilligerswerk hebben gekregen en het is te hopen dat we daar nog een tijdje mee door kunnen gaan”, besluit het tevreden echtpaar.[l]