Afbeelding

Huishoudens doen geen extra beroep op spaargeld

Ondanks de coronacisis hebben in april en mei van dit jaar niet meer huishoudens een beroep moeten doen op spaartegoeden in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.


Dat blijkt uit de publicatie 'Materiële Welvaart in Nederland 2020', waarin het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de meest actuele gegevens presenteert van de financiële situatie van huishoudens en personen.

In april en mei 2020, tijdens de coronacrisis, gaven 3 op de 100 mensen aan schulden te moeten maken en 9 op de 100 meldden dat het huishouden spaartegoeden moest aanspreken. Dat is vergelijkbaar met 2019. Ook toen verklaarden 3 op de 100 mensen dat hun huishouden schulden moest maken en 11 op de 100 dat ze een beroep op spaargeld moesten doen.


Gunstiger

Gemiddeld over de eerste vijf maanden van 2020 gaf ruim de helft (58 procent) van de mensen aan dat het huishouden waarvan hij of zij deel uitmaakt, geld overhoudt. Bijna een kwart (24 procent) zegt precies rond te komen. De inschatting van de financiële situatie was in april en mei, tijdens de coronacrisis, niet ongunstiger dan in de eerste drie maanden van 2020.

Gemiddeld over de eerste vijf maanden van 2020 pakte de inschatting van de eigen financiële situatie iets gunstiger uit dan in dezelfde periode in 2019.[l]