Dagboek van een mantelzorger (4)

De onrust

Minstens één keer per dag, en meestal vaker, bezoek ik mijn moeder op de woongroep. Altijd met buikpijn: "Hoe tref ik haar deze keer weer aan ?"

Als ik over de gang van de woongroep loop zie ik in de huiskamer een groepje bewoners samen met een gastvrouw aan tafel zitten. Samen drinken ze koffie, er worden liedjes gezongen en af en toe leest de gastvrouw voor uit de krant. Ziet er allemaal best gezellig uit.

Op de achtergrond van deze rust en gezelligheid hoor ik mijn moeder (die nooit in de huiskamer komt en altijd op haar eigen kamertje is) klepperen met haar kastjes, met haar handen bonken tegen haar kledingkast en roepen: "Help mij". Afgrijselijk haar zo ongelukkig en machteloos aan te treffen…..

Als ze mij ziet spreekt ze mij aan met 'juffrouw'. Ze gaat door met roepen, bonken en heen en weer lopen door haar kamer. Ze loopt erg moeilijk, het is meer schuifelen. Ze is houterig en stram door de medicatie die haar wat rust zou moeten brengen. De vloer plakt. Een verzorgende vertelt mij dat ze haar eten en drinken weer op de vloer heeft gegooid. Mijn nabijheid geeft weinig rust. Ze blijft roepen. Honderd keer probeer ik rondjes te lopen met haar in de arm en haar uiteindelijk in haar stoel te zetten. 101 keer staat ze weer op, en roept met gebalde vuisten stukjes van woorden die ik niet begrijp. Mijn altijd zo vrome moeder vloekt, iets wat ze nooit eerder in haar leven heeft gedaan

Ik wil haar onrust begrijpen en wegnemen. Ik bedenk dat ze misschien wel naar toilet moet. Hup, daar maar heen. Hoe ik ook probeer uit te leggen dat ik haar wil helpen door haar op de wc te laten plassen of poepen, schopt, slaat en spuugt ze mij, als ik haar broek naar beneden wil doen. Soms verlies ik mijn geduld. Ik haat mezelf. Ik wil dat die akelige onrust stopt! Een hoop gedoe, een kletsnatte pamper die met een hoop drama verschoond wordt. Na dat karwei blijven de onrust en boosheid bestaan. Voorheen gaven samen met haar bidden, samen zingen, samen foto's kijken of naast elkaar zitten rust. Nu niet meer.

Hoe kan ik in Godsnaam naar huis gaan, en haar achter laten in deze enorme chaos en onrust, helemaal alleen in dit kamertje?? Ik stel het naar huis gaan nog maar een tijd uit.

Als ik uiteindelijk toch vertrek is het rotgevoel in mijn buik alleen maar toegenomen, er zit een brok in mijn keel, boosheid naar mijn eigen onkunde en machteloosheid. Ik loop over de gang waar de andere bewoners nog samen zingen en koffie drinken. Dit gezellig samenzijn wordt nog steeds overstemd door het geroep en gebonk van mijn lieve moeder……..