Afbeelding
Foto: Tom Rietveld

Het frietpaviljoen d’n Bels in Zevenbergschen Hoek op Plein 1940 - met veel parkeerplaatsen achter het paviljoen - staat bekend om de zelf gesneden top friet.

Eigenaar Joar Bakelaar runt hier samen met echtgenote Inge en een topteam parttimers deze Restaria. Joar: “Telkens komt er een Rotterdammer langs, die vraagt om patat. Dan zeg ik dat verkoop ik niet. Ik heb wel friet. Er vindt al jaren een discussie plaats of het friet of patat is. Boven de rivieren zeggen ze patat en hier zeggen ze friet. Er is zelfs een kaart, waarin Nederland en België zijn opgedeeld in twee kampen: patat en friet. De rivier de Maas is de grens”.


Vegetarische trend

Inge vult aan: “Het woord is ontstaan door de Franse invloed. In België was het oorspronkelijke woord patatfriet afgeleid van patat (is aardappel) met de toevoeging frites van gefrituurd en afgekort tot friet. Van patat maak je friet. Nu dus terug naar de friet. Wat maakt friet zo populair: Joar: “Iedereen lust friet groot en klein. Nog steeds staat friet op 1 en de nummers 2 en 3 zijn voor de frikandel en de kroket. Mensen hebben geen zin om zeven dagen te koken en zoeken als alternatief iets makkelijks om te eten. Ze kiezen dan voor een frietje met een snack. Of vinden hun weg naar een pizzeria, shoarma- of sushi-tent. Ook de afhaal Chinees niet te vergeten”. Inge: “De trend is nu ook vegetarisch. Mensen zijn bewuster. We hebben nu een heel ruim assortiment”.[n]TEKST TOM RIETVELD