Afbeelding
Foto: CDA Etten-Leur

Het is deze week de “elfde van de elfde”, hét startsein van het carnavalsseizoen. Ik hoop dat het er dit jaar echt van gaat komen. Bouwclubs zijn aan het bouwen en ook de horeca kijkt uit naar een spetterend feest. Zij hebben dit ook echt verdiend.

Vanaf de elfde van de elfde gaan de befaamde tonpraatavonden in de regio weer van start. Na een jaar droog zwemmen, klimmen we weer de ton in. Dit doe ik altijd onder de naam Beerrund ut Boerke. Richting carnaval zijn er tonpraatavonden in o.a. Leur, Langeweg, Rucphen, Sprundel, Zevenbergen, Hoogerheide, Oud-Gastel, Stampersgat, Bosschenhoofd, Schijf, Hoeven, Oudenbosch, Roosendaal en Zegge. Bij een aantal zal ik komende periode weer mijn opwachting maken. Het is ieder jaar weer een uitdaging om een origineel verhaal te schrijven en vervolgens te spelen. Dat begint met een jaar lang leuke originele oneliners en grappen noteren. In deze periode maak ik hiervan mijn verhaal. Dit is enorm lastig. Ik begin met het doornemen van de verzameling grappen en probeer daar een type bij te zoeken. Beerrund ut Boerke moet in deze tijd altijd een nevenfunctie hebben om het hoofd boven water te houden. Het te kiezen type moet ook bij mij passen. Als het type gekozen is, dan start ik met het schrijven van het verhaal, wat volledig gericht is op het gekozen type. Dit gaat gepaard met een tekst maken, weer een stuk doorkrassen en vervangen. Ik sluit me dan vaak 2 dagen volledig af om me volledig te kunnen concentreren op mijn alter ego. Ik probeer ook actualiteiten of woordspelingen in de tekst in te passen. Ik had in mijn buut van vorig jaar gekozen voor een brandweercommandant, het werk combineerde met het werken op de boerderij. Het verhaal begon met het voorlezen van mijn sollicitatiebrief voor de functie van brandweercommandant. 


De tekst van de brief was als volgt: “Ik heb een zeer goede algemene ontwikkeling en spreek de binnenlandse talen perfect. Zeer rustig en bedaard en relatief laag aangepast werktempo, zodat structurele samenwerking met overige werknemers in het gemeentehuis niet wordt verstoord”. Ik had aangegeven, dat ik een echte doe het zelver ben. Ik zeg altijd: “doe het zelf”. Dat lijkt me ook prima passen bij de gemeente. Ik had ook in de brief gezet, dat ik getrouwd ben met Hanske. Die was al wel 2x gescheiden, voordat ze met mij trouwde. Dus meer een 2e Hanske. Als jullie mij zien, snappen jullie ook waarom ik niet de eerste keuze was van ons Hanske. Als jullie van veel houden, dan heeft zij het mooiste lichaam van West-Europa. Met deze brief mocht ik op gesprek komen bij de burgemeester. Dit was toen nog Jobke Vonk. In de tekst stond dan de volgende passage: “Tijdens het gesprek voor een nieuw Jobke de Vonk niet oversloeg”. Dit verhaal werd dan vervolgd met allerlei hilarische momenten, die ik meemaakte als commandant. Je groeit dan in de rol van commandant. Ik zoek er dan ook een passend muziekstuk bij voor tijdens mijn opkomst. Vorig jaar was dit “Ronnie de brandweerman” van Jettie Pallettie. Mijn verhaal is meestal een tekst van 2.400 woorden. Een act duurt ongeveer 20 minuten. De 2.400 woorden zijn in vergelijking met andere tonpraters erg weinig. Door interactie met de zaal, kan ik de tijd ruimschoots gevuld krijgen. Dit ook door het gebruik van mijn mimiek. Al met al een heerlijk gevoel om mensen te kunnen amuseren. Mijn grote voorbeelden als tonprater zijn Rob Schepers en Andy Marcelissen. Kanjers, die ook interactie met de zaal toepassen. Ik wens u allen een fijne aanloop naar carnaval. Ik hoop dat we corona met zijn allen overwinnen, zodat we mooie tonpraatavonden in de regio kunnen organiseren, waar de mensen kunnen lachen. Alaaf!