Afbeelding
Foto:

De veerkracht van de Vastenavend

BERGEN OP ZOOM - In de aanloop naar de Vastenavend schetst Eric Elich in een feuilleton van 5 afleveringen de geschiedenis van de Vastenavend. Het vierde deel gaat over 1953 en de jaren daarna, waarin een Carnaval d’été en een Zomercarnaval werden georganiseerd.


In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 voorspelde het KNMI: “Een noordwesterstorm met een windkracht van 11 tot 12 en ‘gevaarlijk hoog water’. De vloed van 05.00 uur is bovendien een springvloed.” Toch denken veel mensen dat het wel mee zal vallen. Ten onrechte. Oud archivaris van de Stichting Vastenavend Wim Besling schreef er in zijn boek ‘5000 jaar Carnaval en 500 jaar Vastenavond’, het volgende over:


Zaterdag 31 januari 1953 had de Prins en gevolg (Boereploeg) een stuk of 8 bals bezocht met als laatste K.N.A. (Machinefabriek de Holland) in de Korenbeurs. Een angstwekkende storm loeide. ‘s Nachts om 01.30 uur werd het personeel van de Holland opgeroepen om naar het bedrijf te gaan omdat er een dijkbreuk dreigde. Om 05.00 uur ging de telefoon. Als commandant van de Rode Kruiscolonne werd mij opdracht gegeven om onmiddellijk alarm te geven, er vond een watersnoodramp plaats. Om 09.00 uur stond alles klaar voor de opvang van de slachtoffers. Om 11.00 uur belde Kees Becht om te vragen wat er gaande was. Het antwoord was kort en duidelijk: de eerste doden werden geborgen. Het antwoord van Prins Nilles I was: Dit jaar geen Vastenavend, geen Agge mar leut et, maar een aktie, Agge mar goed doet!!!


Tijdens een Grote Raadsvergadering bij Hotel De Schelde ging de penningmeester met de pet rond en haalde 3.400 gulden op. Het bestuur besloot er uit de kas 4.000 gulden aan toe te voegen. Het eerste geldbedrag was binnen. Burgemeester Peters gaf, in overleg met alle andere verenigingen, de geldinzameling in handen van de Stichting Vastenavend. Andere organisaties kregen de taak om kleding en voedsel in te zamelen. Twee weken later werd er aan Burgemeester Peters een cheque overhandigd van 117.887,96 gulden.


Gròòtste Boer Sjef de Graauw had voor deze ongewone gelegenheid geen 11, maar 1 gebod geschreven. De tekst luidde als volgt:

“Bergenaire, Al eel veul jare eb ik oe in deze tijd, vanaf dees plekske, in onze krant aan meuge spore om oe eige op te make en voor te bereije op de kommende dage.Eel dikwijls eb ik oe dan vanweges eel Berge gevraagd om. Zoas wij da d’ier zo gaere zegge: “Oewen beste tengel voor te zette.” Da deede zoas alleen Berge, da mar kan, want as me n’ier wa doen, dan doen me ‘t goed. Wij kunne zogezeed erges voor werm lope. Dees jaar mense, vraag ik oe da d’ok weer, mar nou omda ’t eel ard nodig is voor ‘n ander doel. Ik vraag weer om “werm te lope” maar nou voor “Agge mar goed doet”, om te ellepe waar en oe ge mar kunt. Veul edde al gedaan, veul edde al gegeve, waarvoor ik oe veul arteluk bedank vanweges ‘t actiecomité. Mar zet nou vooral in de kommende dage, nog is ekstra “Oewen beste tengel voor”. Dees jaar gin elf gebooje, maar één gebod: “Bemin d’oe naaste” Meer eb ik oe nou nie te zegge!!!


Carnaval d’été
Nadat de eerste en ergste nood achter de rug was, werd er gedacht om een Vastenavend te houden op zaterdag voor half vasten. Het verzoek werd afgewezen. Maar het bleef kriebelen. Niet alleen in Bergen! In meerdere plaatsen was de Vastenavend afgelast. Cees Becht zocht contact met andere prinsen, waaronder prins Carnaval van Breda. Dat bleek, het kan misschien aan een paar flessen B3 hebben gelegen, een vruchtbaar gesprek. Kort daarna werd bekend gemaakt dat de B.C.V. (Bredase Carnavals Vereniging) een zomercarnaval ging organiseren. Een Carnaval d’été. De Stichting Vastenavond werd uitgenodigd om mee te doen. Het bestuur ging niet over één nacht ijs, maar na een lange vergadering en veel overwegingen zag het bestuur geen bezwaren. Eind juli gaat er een bericht uit aan de BCV, waarin verteld werd dat het Krabbegat begin augustus 1953 acte de présence zou geven. Het werd een grote optocht die door het centrum van Breda trok. De boerenploeg en koppendragers reden op driewielers en andere leutige fietsen. Een succesnummer uit 1952.


Zomercarnaval

In 1955 maakte Prins Nilles I tijdens de Boeremaaltijd bekend dat Bergen in 1956 gebiedsuitbreiding nodig had om het eerste lustrum, het 11 jarig bestaan te vieren. Ze gingen daarvoor het gebied Reimerswaal annexeren. In de zomer van 1955 werd een boot, met daarop ruim 300 Bergenaren, naar de drooggevallen plaat van Reimerswaal gevaren. In het water van de Schelde lag een platbodem met daarop de heks van Reimerswaal. Ze werd na afloop mee naar Bergen gevoerd. Tot op de dag van vandaag staat er een heks tijdens Vastenavend op de Grote Markt.

In de Nederlandse Volksverhalen Bank is deze legende over Wana te vinden:


Bergen zal blijven bestaan

Eens is er een zeemeermin geweest die vreselijke dorst had. Ach ja, ze had dagen achtereen gezwommen zonder een slok water. Ze versmachtte gewoon. Ze zwom naar de haven van Zevenbergen waar ze niks kreeg en ze zwom door naar Steenbergen. Ze vroeg het aan de samen gestroomde mensen daar. Ze gaven haar een halve kom. De zeemeermin zwom verder en eindelijk kwam ze voor Bergen op Zoom. Daar werd eindelijk aan haar verzoek voldaan. Men gaf haar een kom vol water, zo groot dat ze kon drinken zoveel ze maar beliefde. En toen de meermin haar genoegen gedronken had sprak ze de volgende voorspelling uit:


“Zevenbergen zal gansch vergaan
Steenbergen zal half vergaan,
Maar Bergen op Zoom zal blijven staan.”


Op dit verhaal is door Kees Becht in 1956 een parodie geschreven. Hierbij gaat het over heks Wana (10 februari 1447 Reimerswaal) een naam die ook voorkomt in de verhalen over Jan Zonder Vrees. Zevenbergen is vervangen door Reimerswaal. Dat was te verklaren omdat Reimerswaal was vergaan bij een overstroming.

“Reimerswaal zal vergaan, Steenbergen zal half vergaan, maar Bergen zal eeuwig blijven bestaan !!!”

Op de dinsdagavond van de Vastenavend om 23.45 laat de Prins de kraai, die in de hand van heks Wana staat, vallen. Dit ritueel wordt verlicht met rood vuurwerk, terwijl er 5 kanonschoten klinken boven de stad. De duizenden Vastenavendvierders zingen dan het schone lied van ‘Moeder onze kraai is dood, hij is van zijn stokske gevallen.' Daarna volgt massaal de Zevensprong, waarna Wana met de Prins, de Nar, Steketee en de Gròòtste Boer van de Grote Markt wordt gereden. Dan gaat iedereen naar huis en is de Vastenavend in het Krabbegat voorbij. [n]