Uit de kunst

Een aantal jaren geleden werd ik door een goede kennis gevraagd om zijn kunsttentoonstelling te openen. Hij vond mij namelijk een kwast. Vandaar. Een opening van een kunsttentoonstelling noemt men met een mooi woord: vernissage. In vernissage zit het woord ‘vernis’, dus het ging om schitterende werken. Ik heb totaal geen verstand van kunst, dus ik ben me toen toch maar wat gaan verdiepen in kunst, met al zijn verschillende stijlen en stromingen. Ik had ook wel eens gehoord van Geen Stijl, maar dat is een club mensen, die kunnen alleen maar mensen beledigen, en dat vind ik Geen Kunst.


Ieder mens heeft natuurlijk zijn eigen smaak. Wat de een mooi vindt, vindt de ander soms lelijk. Kunstrijden op de schaats vind ik ook kunst, nou ja, een koud kunstje eigenlijk.


Bij kunst gaat het vaak om speciale technieken. Sommige kunstenaars werken met koper, brons, klei of kunststof. De één boetseert, de ander houwt beeld (of is het beeldhouwt?), weer een ander etstststst, en de ander schildert. De meeste schilders doen dat met verve. Al vanaf de oliecrisis gebruikt men bijna geen olieverf meer, maar vooral acryl of aquarel. (Voor de leken: aquarel is ruzie in het zwembad). Ik houd zelf vooral van realisme. Ik wil zien wat het voorstelt.


Ik stel mezelf ook altijd voor. Ik ben netjes opgevoed, tegenwoordig is dat ook een kunst. Als ik me aan iemand voorstel zegt die persoon wel eens: u bent toch een ‘taalkunstenaar’. Dat ben ik zeker niet. Laat mij maar gewoon een beetje spelen met de taal. Oh ja, ik speelde vroeger wel viool. Geen cello, want dat vind ik geen kunst. Een cello heb je al half onder de knie voordat je ermee begint. Laatst keek ik even naar Kunst & Kitch, maar veel dingen snapte ik niet. Ik dacht: ‘Ik ga naar bed. De nacht wacht, en Van Gogh ligt ook al op één oor’. Slaap lekker. Ook een kunst trouwens! [n]