Afbeelding
Foto: Brandpunt Media

'Mees Kees' na 45
jaar met pensioen

WOUW - Al sinds hij zich kan herinneren, noemen de leerlingen hem Mees Kees en er is nu zelfs een klas die hem 'opa Kees' noemt. Het geeft meteen de goede relatie aan tussen schooldirecteur Kees Boeren en zijn leerlingen. Na 45 jaar gaat de directeur van basisschool Lavoor Morelberg met pensioen. Een terugblik op zijn carrière is haast onmogelijk, zoveel is er in het onderwijs gebeurd. "Maar, ik ben nooit met tegenzin naar mijn werk gegaan", lacht Kees.


DOOR REMKO VERMUNT


In april 1976 mocht Kees Boeren als invalkracht zijn eerste lesdag draaien op een basisschool in Sprundel. Officieel had hij nog niet eens zijn diploma, maar dat maakte toen nog niet uit. "Maar het was destijds lastig om een baan te vinden. Er was een overschot aan leerkrachten, dat kan je je nu haast niet voorstellen", blikt Kees terug. In augustus van dat jaar besloot Kees Boeren daarom om een functie aan te nemen op een basisschool in Den Haag met zo'n 180 leerlingen. "Zo'n veertig van hen waren kinderen van woonwagenbewoners. In 1976 werd namelijk besloten om de scholen op woonwagenkampen te integreren in reguliere scholen." Het was meteen een bijzonder moment in zijn carrière. "Voor de woonwagenbewoners was dat een grote verandering. Ze waren gewend om hun kinderen in de buurt te hebben. Nu moesten ze het kamp uit om naar school te gaan. Natuurlijk waren het soms ook spannende tijden. Je moest op je tellen passen en soms werd er wel eens een grens overschreden. Maar, na een jaar deden ze alles voor de school. Ze hielpen bij de schoolactiviteiten en we mochten zelfs gebruikmaken van hun faciliteiten."


Wortel schieten

Zo'n vier jaar later, in 1980, werd Kees Boeren op nog maar 25-jarige leeftijd aangesteld als hoofd van de school. "Ik was toen leerkracht én hoofd van de school en nu, 45 jaar later, sluit ik op dezelfde manier mijn carrière af. Nu ben ik ook directeur en soms onderwijzer op Lavoor-Morelberg." Uiteindelijk werkte Kees zo'n 24 jaar in Den Haag. In 2000 besloot het gezin terug te keren naar West-Brabant. "Dat was het moment waarop onze kinderen naar de middelbare school gingen. We waren bang dat als ze wortel zouden schieten in Den Haag, dat ze dan ook in de Randstad zouden blijven hangen en we hadden zelf wel de wens om ooit terug te keren naar het zuiden." Toch liep dat anders dan gedacht.


Manusje van alles

Kees Boeren en zijn vrouw Marianne kregen vier kinderen. "Eén daarvan woont nog in Roosendaal, maar de anderen zijn allemaal naar grote steden getrokken: Breda, Alkmaar en Den Haag", lacht Kees. Toch heeft hij geen spijt van de verhuizing naar Wouw in 2000. "Ik ben toen aan de slag gegaan als bovenschoolse directeur en in 2008 kreeg ik de functie van project- en programmamanager bij KPO Roosendaal. Ik was eigenlijk een manusje van alles. Ik viel in bij zwangerschappen en ziekteverlof, maar ik deed ook de PR en Marketing."


Tekort aan mannen

In de afgelopen 45 jaar is er in het onderwijs veel gebeurd. Zo werden bijvoorbeeld de lagere school en de kleuterschool samengevoegd tot één basisschool. "Dat is het begin geweest van de afname van mannen in het onderwijs", durft Boeren te stellen. "Mannen moesten zich opeens ook bezig houden met de kleuters en daar hadden ze niet voor gekozen." Ook zag Kees in al die jaren het aanzien voor het vak afnemen. "Vroeger waren er in een dorp drie mensen met aanzien: de dokter, de pastoor en het hoofd van de school. Dat is niet meer. Leerkracht zijn is een 'gewoon' vak geworden. Vroeger als je iets fout had gedaan en je kreeg een uitbrander van de leraar, dan dachten ouders: Je zal het wel verdiend hebben. Als je nu een grote mond geeft tegen een leerling, komen ouders meteen verhaal halen." Het onderwijs is daardoor ook complexer geworden, stelt Boeren. "Ouders zijn bereid om te helpen, maar ze zijn daardoor ook veeleisender. Ze willen meedenken met 'hun' school over hoe het beter kan en laten dat niet meer over aan de leerkracht alleen."


Autonomie

Een andere ontwikkeling binnen het onderwijs was de komst van overkoepelende scholenorganisaties. "Daardoor zijn veel directeuren hun autonomie verloren, dat vind ik nog steeds zonde. Aan het begin was iedereen laaiend enthousiast, maar eigenlijk is er voor een schooldirecteur gewoon een schakel bijgekomen waar je verantwoording aan moet afleggen." Natuurlijk is het fijn dat er een overkoepelende organisatie is die de financiën regelt en die zich bekommert om de huisvesting van een school. "Maar, onderwijskundig wordt er veel van bovenaf gestuurd, waardoor je min of meer dezelfde scholen krijgt maar steeds met een ander jasje. Zo voel ik me soms ook gepusht om bijvoorbeeld een groene school of een gezonde school te worden. Ik heb daar nooit aan meegedaan. Ik probeer de kinderen te leren om toekomstgericht te denken. We geven de kinderen al vanaf groep 1 Engelse les omdat ze daar in de toekomst iets aan hebben. Vanaf groep 4 werken ze ook met Chromebooks. Niet omdat we een ICT-school zijn, maar omdat het ze leert om zelfredzaam te zijn in de toekomst. Mensen noemen mij wel eens traditioneel, maar ik vind het zelf heel vernieuwend om juist vast te houden aan zaken als taal, rekenen, gym, aardrijkskunde en geschiedenis. Maar, voor mij is het de basis om je kind klaar te stomen voor de toekomst. Natuurlijk heb je tegenwoordig Google, maar om iets op te kunnen zoeken moet je wel weten waar je naar moet zoeken. Daar heb je die basiskennis voor nodig."


Toch is Kees, ondanks al de verandering, nooit met tegenzin naar zijn werk gegaan. Toen hij in 2017 gevraagd werd om directeur te worden van Lavoor Morelberg twijfelde hij geen moment. Nu, na 45 jaar in het onderwijs, neemt hij toch afscheid. En hoewel de scholen in die 45 jaar allemaal anders waren, loopt er toch een rode lijn door het verhaal van Kees. "Ik heb me altijd gericht op de relatie met het kind. Je bouwt een relatie op met de kinderen. Daardoor voelen ze zich veilig en komen ze graag naar school. Dat merken ook de ouders en zo bouw je dus ook een goede relatie op met de ouders. Dat was zo bij de kinderen van de woonwagenbewoners, maar dat is ook nu nog het geval bij de kinderen op de Morelberg."