Onmogelijke liefde

In de jaren zeventig en tachtig was ik actief op de redacties van Brabants Nieuwsblad in Roosendaal en Bergen op Zoom. In die periode werden met enige regelmaat pogingen ondernomen om beide steden beter met elkaar te laten samenwerken. Samen sterk, was het idee, uiteraard ingegeven door de problemen waarin een van de steden zat. Bedrijven, evenementen of bewoners kozen voor andere regio’s, tja, en dan slaat de paniek toe.  Die samenwerking kwam nooit goed van de grond. De verschillen waren gewoon te groot en als puntje bij paaltje kwam koos elke gemeente toch voor het eigen belang. 


Roosendaal is te laconiek, onverschillig en bescheiden. Bergen op Zoom te fanatiek, chauvinistisch en arrogant. Ik kan het weten want via mijn ouders had ik in beide steden familie, hetgeen zeer ‘interessante’ bijeenkomsten opleverde. We leven nu een halve eeuw later en het is weer zover. De krant van 12 juli maakte gewag van het ontroerend voornemen van de burgemeesters Frank Petter (Bergen op Zoom) en Han van Midden (Roosendaal) om ‘niet meer elkaars vliegen af te vangen’. Hun verhaal is even logisch als naïef. Logisch, omdat samenwerken natuurlijk altijd beter is dan elkaar bestrijden. Naïef, omdat de culturele verschillen nog steeds te groot zijn.


Diep in zijn hart wil een Krab helemaal niets van of met een Tullepetaon en die laatste zal het allemaal worst wezen. Het duurt generaties voordat zoiets verandert. In dezelfde krant waarin de burgemeesters hun strijdbijlen begroeven, werd dat meteen pijnlijk duidelijk. In het verslagje over de laatste Bergse kermisdag – vier pagina’s verderop - die voor het eerst op de Boulevard werd gehouden, vertelde organisator Frank Vale dat het een groot succes was. Daarbij gebruikte hij maar één meetlat: ‘Ik denk zeker dat we de Roosendaalse kermis evenaren’. [n]