'Je wilt bedrijven ook perspectief bieden'
STEENBERGEN - Als het aan de gemeenten Steenbergen, Bergen op Zoom en Woensdrecht ligt, is de Brabantse Wal straks een hoogwaardig regionaal bedrijventerrein van 55 hectare rijker. Een dergelijk bedrijventerrein moet zorgen voor een beter vestigingsklimaat voor bedrijven en daarmee ook voor meer werkgelegenheid in de regio.
DOOR ADDO SPRANGERS
Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen vormen samen de Brabantse Wal. Op verschillende vlakken weten de gemeenten elkaar goed te vinden waardoor zij meer slagkracht krijgen en dus ook meer kunnen bereiken. De volgende stap in deze samenwerking is een aanbod aan de Provincie Noord-Brabant van de Brabantse Wal-gemeenten voor de status van een 'hoogwaardig regionaal bedrijventerrein'.
Hoge nood
De behoefte hieraan is groot, zo blijkt uit onderzoek door Buck Consultants International, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau dat zich onder meer bezighoudt met regionale economische ontwikkeling. “Volgens Buck Consultants is er voor de komende tien jaar 55 hectare nodig, en rap ook,” zo vat wethouder Willy Knop de bevindingen van het bureau kort en krachtig samen. “De nood is hoog. Dat blijkt ook uit een recente analyse door de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West-Brabant. Niemand heeft nog schuifruimte. Dat maakt de komst van een hoogwaardig regionaal bedrijventerrein van groot belang. Op een regulier bedrijventerrein, zoals Reinierpolder-1 en Reinierpolder-2, kunnen slechts mkb-kavels tot maximaal een halve hectare worden uitgegeven. Op een bedrijventerrein echter kun je, mits goed onderbouwd, kavels tot wel 3 hectare ontwikkelen. Je wilt bedrijven ook perspectief kunnen bieden.”
Cross-over
De drie gemeenten zetten dan ook in op in totaal 55 hectare bedrijventerrein. Woensdrecht zal zich hierbij richten op de (door)ontwikkeling van maintenance en heeft plancapaciteit voor 5 hectare. Bergen op Zoom zet in op uitbreiding en doorontwikkeling van de biobased campus en heeft plancapaciteit voor 16 hectare. Steenbergen wil een uitbreiding van de agrofood ontwikkelingen; dit betreft 34 hectare. Willy Knop: “Het regionaal bedrijventerrein moet je zien als een soort cross-over tussen die sectoren. Er zou zich bijvoorbeeld een inpakbedrijf kunnen vestigen dat actief is voor zowel de agrofood- als de biobased sector. Of bijvoorbeeld een bedrijf dat via robotica een aandeel levert in duurzame onkruidbestrijding.”
A4
De Brabantse Wal-gemeenten streven ernaar om eind december een bestuurlijk afsprakenkader vast te leggen met daarin de belangrijkste uitgangspunten en de reikwijdte van het traject. Dan is niet alleen helder hoe de verschillende thema's - maintenance, biobased en agrofood - worden uitgewerkt, maar ook hoe in hoofdlijnen de strategische samenwerking voor de ontwikkeling van het regionale bedrijventerreinaanbod er uit moet zien. Op de precieze ligging van het voorgenomen hoogwaardig regionaal bedrijventerrein wil wethouder Willy Knop nog niet vooruitlopen. Wel is duidelijk dat het bedrijventerrein aan de A4 moet komen te liggen, al is het alleen maar vanwege een duurzame ontsluiting.
Optimistisch
Nog dit jaar willen de drie colleges vaststellen hoe de samenwerking er definitief moet uit komen te zien. In januari zullen zij de uitgangspunten van de strategische samenwerking voorleggen aan de verschillende gemeenteraden die nog moeten instemmen met het plan. Hierna wordt het plan voorgelegd aan de Regio West-Brabant. Bij akkoord kan er een bod naar de Provincie Noord-Brabant. Met de Provincie Noord-Brabant is afgesproken dat zij eind februari een voorstel kunnen verwachten. Wethouder Willy Knop is optimistisch over de komst van het regionaal bedrijventerrein. "Het voldoet aan alle voorwaarden: het biedt een goede ontsluiting, het biedt meerwaarde voor de regio én het heeft draagvlak in de regio. Ook buurgemeenten als Roosendaal, Halderberge en Moerdijk zijn er positief over. Er wordt regiobreed gedacht, het economische belang is omarmd. Je hebt elkaar nodig. Een bedrijf kan zich beter vestigen in bijvoorbeeld Bergen op Zoom dan in Dordrecht of Middelburg, zodat de werkgelegenheid hier in de regio een impuls krijgt.” [n]