Cobie in de Thoolse zondagse klederdracht.
Cobie in de Thoolse zondagse klederdracht. Foto: Rien Burgers

Cobie verzamelt
Thoolse klederdracht

THOLEN - Cobie Otte vertelt met liefde over haar hobby. Het levend houden van de herinnering, teruggaan naar het verleden; Cobie doet het vol enthousiasme. “Vroeger droegen de vrouwen vele lagen kleding over elkaar heen en wisselden ze ook gedurende de dag. Ze droegen meerdere onderrokken. Doordeweeks droeg je een witte haakmuts met daaronder een zwarte ondermuts. Als je op visite ging, of je kreeg visite, dan droeg je de opknapmuts.”


DOOR DAISY PIETERS


“Voor de zondag had je een aparte klederdracht met een lange sluiermuts. Deze muts werd gemaakt van tule met een lange rand van kostbaar Rijsselse kloskant. Hier overheen droeg je een “kipje”; een zwart hoedje met veren en versieringen.” Iedere streek had zijn eigen steekjes en patronen. De klederdracht had ook bijpassende sieraden; onder andere zijspelden, oorijzers en mutsenspelden. “De Thoolse wisselbellen waren uniek onder de Streekdracht. De krullen waren namelijk vierkant getorst. Hierdoor schitterden ze meer. Aan de krullen hingen wisselbellen die je aan 2 kanten kan dragen. De ene kant was meestal met granaatjes en deze waren dan ook in je andere sieraden verwerkt, zodat alles bij elkaar paste .”


Cobie heeft een schare van oude Thoolse sieraden. “Sommigen zijn uit 1875. Helaas word het steeds moeilijker ze te vinden.” Hetzelfde geldt ook voor kledingstukken. “Ik krijg wel eens wat. Hier ben ik altijd ontzettend blij mee. Ooit heb ik 2 zeer zeldzame lange sluiermutsen gekregen. Het feit dat ik het nog daadwerkelijk gebruik, was voldoende. Dit was zo bijzonder. Het handwerk van deze sluiermutsen is ontzettend intensief. Je bent hier letterlijk jaren mee bezig als je het zelf zou maken.” Katoenen kantmutsen maakt Cobie wel zelf. “Ik moet wel, want de hoofden van de mensen waren toen, over het algemeen genomen, veel kleiner. Ik pas ze niet, dus ik maak ze exact na op mijn maat. Katoenen Engels borduurwerkkant is ook nauwelijks nog te vinden, dus het is een zoektocht.”


Normaliter is Cobie zeker twee tot vier maal per week bezig met activiteiten die bij haar hobby horen. “ik heb me aangesloten bij de vereniging “Ons Boeregoed”. Deze vereniging is opgericht om het Zeeuws cultureel erfgoed in stand te houden. Ons Boeregoed organiseert veel activiteiten. Zo is er bijvoorbeeld een koor, een dialectengroep, bakken we Babbelaars en is er een Waskot. Hier wassen we echt op de traditionele wijze.” Daarnaast bezoekt Cobie regelmatig de ouderen in de verzorgingshuizen op Tholen. “Dit doe ik volledig in klederdracht en meestal neem ik dan een pop mee in traditionele kledij en in een oude kinderwagen uit 1940. De reacties die ik krijg van de (dementerende) ouderen, zijn onbetaalbaar. Het is een feest der herkenning voor de mensen. Het brengt echt emoties teweeg.”


Cobie heeft ook nog een kinderwagen uit 1890. "Deze moet nog verder opgeknapt worden. De kap was oorspronkelijk van leer, dit is ooit vervangen door kunststof. Ik zou hem zo graag weer in zijn oude luister herstellen! Het is moeilijk om iemand te vinden die dit kan doen. Wellicht is er een lezer van de Thoolse bode die dit kan?” [n]