Het baggerslib wordt gebruikt voor het ophogen van platen en slikken in de Oosterschelde.
Het baggerslib wordt gebruikt voor het ophogen van platen en slikken in de Oosterschelde. Foto: Edwin Paree

Baggerslib voor Verdronken Land van Zuid-Beveland

RILLAND - Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat herstellen getijdenatuur in de Oosterschelde door een deel van het Verdronken Land van Zuid-Beveland op te hogen met baggerslib.

VAN ONZE REDACTIE

‘Zo behouden de slikken en zandplaten hun functie als voedselgebied voor watervogels', leggen Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten uit. ‘Zonder ingrijpen verdwijnt het namelijk onder water door zandhonger.' Het baggerslib dat hiervoor wordt gebruikt is vrijgekomen bij het verdiepen van de vaargeul van de Zandkreek. ‘Zo combineren we onderhoudsbaggerwerk met natuurherstel.'
In oktober en november onderhoudt Rijkswaterstaat de Zandkreekgeul, een zijtak van de Oosterschelde tussen Noord- en Zuid-Beveland. Daar wordt 125.000 kubieke meter gebaggerd om de vaargeul weer terug op diepte te brengen. Met ongeveer de helft van het baggerslib wordt een oppervlakte van zo'n vijftien hectare ongeveer vijftig centimeter opgehoogd. De andere helft wordt, zoals gewoonlijk, verspreid in een diepe put in de Oosterschelde.
Platen en slikken in de Oosterschelde zijn voor vogels een belangrijke bron van voedsel. Zij voeden zich er dankzij het rijke bodemleven, met onder andere wormen en schelp- en schaaldieren. Door de aanleg van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk geworden waardoor er geen natuurlijke opbouw meer is van slikken en zandplaten. Dit wordt ook wel zandhonger genoemd. De voedselgebieden voor vogels verdwijnen hierdoor langzaam onder water. Boswachter Natuurmonumenten Paul Begijn: ‘Door platen en slikken op te hogen blijven ze behouden voor de toekomst. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten zetten zich al langere tijd in voor het ophogen van slikken en platen, omdat deze cruciaal zijn voor de natuur. Zo hebben we eind 2019 de Roggenplaat opgehoogd.'

Nieuw
Via dit project wordt voor het eerst ervaring opgedaan met het ophogen met baggerslib uit de Oosterschelde. Wageningen Marine Research, Deltares, Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en HZ University of Applied Sciences onderzochten of het mogelijk was om het baggerslib te gebruiken. Robin Wisse van Rijkswaterstaat: ‘Normaal gesproken wordt er zandrijk materiaal gebruikt voor het ophogen van platen en slikken. De onderzoekers keken ook naar de meest geschikte locatie en hierbij kwam het Verdronken Land van Zuid-Beveland als meest geschikt naar voren.'[n]