V.l.n.r. Jelmer Kot, Arjen Burger en Pieter Hazelager
V.l.n.r. Jelmer Kot, Arjen Burger en Pieter Hazelager Foto: Erica van Strien

Borsselse korenmolen trots op jonge aanwas

Door: Erica van Strien Algemeen

BORSSELE - De molen rondkruien, ‘voor de Prins draaien’, luiwerk doen en de buil aanzetten. Wie binnenstapt bij Korenmolen De Hoop en Verwachting in Borssele, breidt de woordenschat flink uit. De korenmolen, in vaktermen liefdevol een ‘Zeeuws achtkantje’ genaamd, is met zijn 307 jaren de oudste werkende molen van de gemeente Borsele. Het beheer van de molen is sinds 1997 toevertrouwd aan Pieter Hazelager (75).

De Borselse wethouder Kees Weststrate stapte zaterdag duidelijk niet voor het eerst over de drempel, maar heeft wel een bijzonder feestelijke aanleiding. Arjen Burger (28) mag zich sinds juni van dit jaar gediplomeerd molenaar noemen. “De 2-jarige opleiding vraagt in de praktijk nog wat meer tijd om de theorie volledig in de vingers te hebben. Vooral het kunnen lezen van weerkaarten is essentieel voor de veiligheid”, licht hij toe. “Als er een depressie aankomt kan de wind binnen een minuut 180 graden om gaan. De rem werkt maar een kant op, uitsluitend als de wind van voren komt. Dus komt de wind van achter, dan slaat de molen op hol. We leggen de molen elke zaterdag vast zodat de veiligheid gewaarborgd is. Vandaag staat er genoeg wind. We hebben ‘m alleen 360 graden moeten rondkruien (op de wind zetten, redactie).”

Het in bedrijf houden van de molen is vrijwilligerswerk. Het is dan ook een uitdaging om jonge mensen te interesseren voor het vak. “Voor de opleiding moet je tenminste 4 seizoenen op een molen hebben gewerkt en draaiuren op diverse molens draaien. Na de opleiding moet je in staat zijn om elke molen voor de Prins te kunnen bedienen. Vrij vertaald betekent het dat een molen dan in zijn vrij draait: hij is niet aan het malen, zaagt geen hout of slaat geen olie”, zegt Pieter.

Drie generaties

De jongste loot aan het vrijwillig molenaarsgilde heet Jelmer Kot (11).”Jelmer kwam hier als 5-jarige met een schoolklas binnenstappen”, memoreert Pieter. “Kort daarna trof hij het mannetje met een klein fietsje, een regenjasje opgevouwen achterop. Nu gebeurt het vaker dat de kinderen eerder binnen zijn dan hun ouders. Maar er volgde niemand. Bleek hij zonder toestemming helemaal buitenom naar de molen gefietst. Begin dit jaar schreef hij een brief of hij weer mocht komen. Was getekend: ‘Jelmer, uw knecht.” Jelmer is hard op weg de jongste molenaar te worden, al moet hij nog wel even geduld oefenen. De toelatingseis is 16 jaar.

Over het Zeeuwse achtkantje is zoveel te vertellen dat er een ware verhalenwand is ingericht. Daar vinden we unieke foto’s die Pieter ter plekke van bevlogen achtergrondverhalen voorziet. We leren dat de (klop)buil in de zeefmachine wordt aangezet om het volkorenmeel uit te zeven in verschillende grondstoffen. En Jelmer demonstreert het hijsen van grondstoffen. “Dat heet luiwerk”, zegt hij. “Als er geen wind is kunnen we niet hijsen.”

Kees Weststrate benadrukt met verve de gemeentelijke trots. “Een monument heeft waarde als het verhaal erachter blijvend verteld wordt. Daar heb je vakmensen voor nodig, ambassadeurs. Met deze generaties borgen jullie het in bedrijf houden van dit prachtige monument.”

Pieter Hazelager, Jelmer Kot, Arjen Burger en Kees Weststrate