Marit Barentsen achter haar bureau.
Marit Barentsen achter haar bureau. Foto: Edwin Mijnsbergen

Bij de Abdij hebben Marit en Marius hun draai gevonden

MIDDELBURG - De kreet ‘Wij zijn de stad’ kent iedereen in Middelburg, maar wie zijn ‘wij’? In de rubriek ‘Zij zijn de stad’ zet Edwin Mijnsbergen bekende en minder bekende Middelburgers in de schijnwerpers. Op zijn geheel eigen wijze beschrijft hij wie zij zijn, wat zij hebben met de stad en met hun stadsgenoten. Deze week: Marit Barentsen.

DOOR EDWIN MIJNSBERGEN


”Deze stad past me. Biggekerke vind ik te klein, Tilburg te groot, maar hier is het precies goed.” Als Marit Barentsen praat over Middelburg, dan praat ze er met liefde over, alsof ze het heeft over een warme en comfortabele lievelingsjas. Je bent daardoor geneigd te denken dat ze een geboren en getogen Middelburgse is, maar dat is niet zo. Ze groeide op in Biggekerke en maakte pas écht kennis met de stad van de Lange Jan tijdens haar middelbareschooltijd. En hoewel ze meteen na die periode op zichzelf ging, vertrok ze er ook weer vrij snel. Na twee jaar op kamers te hebben gewoond in de Stationsstraat ging ze studeren in Tilburg. Pas dertig jaar later, in 2014, zou ze terugkeren in Zeeland. “Ik wilde altijd al graag terug, maar de omstandigheden bepaalden simpelweg anders.”


Geboortestreek

Dat Marit blij is weer terug te zijn in haar geboortestreek blijkt ook uit het feit dat ze meteen na de verhuizing dichtregels van Hans Warren op de muur van haar werkkamer schilderde. 'Hart van mijn land ik ben terug/in ’t waaien van uw volle zomer/lig lui en languit op mijn rug/weer thuis en nog dezelfde dromer'.

Als ik de regels lees bij het betreden van de kamer, glimlach ik. Ik vind ze om de een of andere reden goed passen bij een reactie die Marit een week eerder had gegeven op Facebook, onder een bericht met historische foto’s van Café Royal, dat tussen 1875 en 1901 was gevestigd op de hoek van de Stationsstraat en de Blauwedijk in Middelburg. Ze schreef: "Oh, wat leuk! Ik woonde als achttienjarige een tijdje in de Stationsstraat op nummer 13, met vier ‘meiden'. In dat huis hadden we ieder een eigen kamer - ik woonde boven en zat uren met vriendin-van-andere-kamer Lenny voor het raam in ons keukentje - we deelden onze dromen en verwachtingen en gluurden naar buiten op straat of we 'nog leuke jongens zagen. De kastanjeboom voor onze deur was toen al heel groot gegroeid en we noemden hem onze ‘wachter', als een beschermheer waakte hij over ons en wij keken in zijn kruin. En op zaterdag gingen 'de vier meiden' op stap. We namen soms een taxi en lieten ons dan pal voor café Seventy-Seven afzetten, zodat we in volle glorie en opgetut voor het terras, dat uitpuilde van de mensen, uit konden stappen. Lachen!”


Couture

De herinnering dateert van 1983. Na al die jaren koestert Marit ‘m nog steeds, met een grote grijns. Maar als ze zo dol is op Middelburg, waarom woonde ze dan zo lang in Brabant? "Het is gewoon zo gelopen. Toen ik klaar was met de opleidingen kostuumnaaien en couture, die ik volgde in de school aan het Molenwater, vertrok ik naar Tilburg om verder te studeren. Ik deed de lerarenopleidingen textiele werkvormen en tekenen, en later pedagogiek. Ik werd vervolgens verliefd op een man uit Eindhoven, ging samenwonen en beviel van onze zoon Nout in 1992. Vijf jaar later gingen we in harmonie uit elkaar, maar vanwege het co-ouderschap wilde en kon ik nog niet terug naar Zeeland. Ik werkte toen voor Philips, waar ik mijn huidige lief Marius ontmoette. We werkten samen binnen ons eigen bedrijf in grafische vormgeving en communicatie. Door de financiële crisis van 2008 veranderde er veel. Pas in 2013 kwamen de mogelijkheden om terug te verhuizen in beeld. Ik ben blij dat we het gedaan hebben. Marius moest in het begin erg wennen. We woonden aanvankelijk in de Meanderflat in Dauwendaele. Dat was verre van ideaal. Maar hier, op steenworp afstand van de Abdij, hebben we allebei onze draai gevonden. Het is heerlijk om het carillon van de Lange Jan weer dagelijks te kunnen horen.”


Papier

Ook professioneel heeft Marit haar draai hervonden. Je kunt zeggen dat haar werk in alle opzichten draait om papier. Op haar website maritspaperworld.com omschrijft ze zichzelf als ‘een gepassioneerd art journaler, mixed media kunstenaar, boekbinder, workshop instructeur en creatief tekstschrijver'. Dat zijn dan ook precies de dingen die ze in het dagelijks leven doet. Ze verzorgt, zowel online als op locatie, workshops Art Journaling en ze werkt op de afdeling behoud en beheer van het Zeeuws Archief. Daar, in het zogenoemde restauratieatelier, zorgt ze er met haar collega’s onder meer voor dat oude documenten geconserveerd worden.

Die mooie papieren wereld van Marit is prachtig om eens te verkennen. Voor mij was het de eerste kennismaking met het fenomeen art journals. Hoewel ik mezelf niet zo snel creatief aan de slag zie gaan, werd ik wel erg enthousiast van de vele boeken die Marit me liet zien. Het zijn stuk voor stuk persoonlijke kunstwerkjes, waar je met veel plezier doorheen bladert.[n]