Afbeelding

Goessche Diep Fondsprijs voor historicus Peter Henderikx

Door: Advertorial Algemeen

VEERE - Historicus Peter Henderikx uit Veere heeft op 6 november de Goessche Diep Fondsprijs ontvangen uit handen van Commissaris van de Koning Han Polman, voorzitter van het Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland.

Door toekenning van de Goessche Diep Fondsprijs spreekt het Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland zijn waardering uit voor de buitengewone verdiensten van Peter Henderikx voor de geschiedbeoefening in Nederland en Zeeland in het bijzonder. Polman reikte de prijs uit aan tijdens de presentatie van de publicatie Zierikzee. Acht eeuwen stad, in de trouwzaal van Stadhuismuseum Zierikzee.

De Goessche Diep Fondsprijs van € 2.500 wordt jaarlijks door het Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland toegekend als blijk van waardering voor excellent werk op het gebied van natuur of cultuurbehoud in Zeeland.

Al tijdens zijn middelbare schoolperiode ontstond bij Peter Henderikx (*Goes, 1940) de interesse voor geschiedenis. Dit leidde tot de studie geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Inmiddels heeft hij al meer dan 50 jaar zijn sporen nagelaten met zijn professioneel onderzoek, onderwijs en publicaties van de Middeleeuwse geschiedenis van Nederland in het algemeen en van Zeeland in het bijzonder. Zijn bijdrage aan deel 1 over de periode van de prehistorie tot 1550 van de vierdelige Geschiedenis van Zeeland mag met recht als één van die sporen genoemd worden.

Wat Peter Henderikx en zijn werk bijzonder maakt is zijn multidisciplinaire benadering van de geschiedenis. Door niet alleen historische bronnen uit de betreffende tijd te gebruiken, maar ook bronnen en onderzoeksresultaten te betrekken uit bijv. de archeologie, de geografie en bodemkunde wordt de zeggingskracht van onderzoek en publicaties sterker. Zijn publicatie De beneden-delta van Rijn en Maas is daarom een onmisbaar naslagwerk geworden en in het Engels vertaald.

Tot slot mag niet onbenoemd blijven de inzet van Peter Henderikx om amateurs en professionals met elkaar in verbinding te brengen. Daardoor ontstaat een sterke bodem onder de beoefening van de lokale en regionale geschiedenis, van de streekgeschiedenis. Zijn inzet voor het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen en Zeeuwse Ankers zijn hier mooie voorbeelden van.