Ineke en Cees van der Male-Van der Maas hebben de Ramp meegemaakt in Kruiningen.
Ineke en Cees van der Male-Van der Maas hebben de Ramp meegemaakt in Kruiningen. Foto: Peter Urbanus

Nog altijd sterke herinneringen aan Ramp

KRUININGEN/BIEZELINGE - De Watersnoodramp van 1953 is maandag herdacht. Ineke van der Male-van der Maas uit Biezelinge maakte de Ramp als meisje mee in haar geboorteplaats Kruiningen. Ze beleefde angstige momenten en raakt rond deze tijd nog altijd geëmotioneerd.

DOOR PETER URBANUS

Ineke van der Male-Van der Maas woont met haar eveneens uit Kruiningen afkomstige man Cees in Biezelinge. Tientallen jaren gingen ze de wereld over, omdat hij in de internationale bouwwereld werkte. Na zijn loopbaan keerden ze 32 jaar geleden terug naar Zeeland. Ze hebben een zoon en een dochter. "Ik heb aan de Zeelandbrug mee gebouwd, we hebben de Bijlmermeer helpen ontginnen en het Kleinpolderplein in Rotterdam helpen opbouwen”, vertelt Cees.

Boot
Ineke was zeven jaar oud toen de dijken bij Kruiningen het begaven. Ze raakt nog altijd geëmotioneerd in deze periode. "Ik woonde bij mijn opa en oma Van der Maas. Toen ik wakker werd gemaakt stond het water al zo hoog dat we alleen de twee bovenste traptreden nog zagen. De zoon van de buren zat bij de marine en kwam samen met iemand anders met een boot zijn ouders en zus halen. Mijn ome Rien vroeg of mijn opa en ik ook mee mochten. Met Sinterklaas had ik een babypop gekregen en die kreeg ik in m'n armen gedrukt.”
Ook een vrouw die verderop woonde kon nog mee. Uiteindelijk zat de boot met zeven man vol. Door de stroming sloeg de boot om en alle opvarenden belandden in het water.
"Enkelen bleven hangen in de struiken, anderen hielden zich vast aan een dakgoot, maar de buurman en ik dreven weg. Gelukkig bleef ik met mijn benen achter een waslijn haken. Al snel kwam er een andere boot opdagen, die ons oppikte. Het waren mensen uit Hansweert en ze gaven mij gelijk een slok sterke drank”, vertelt ze.
Ze werden ondergebracht bij groothandel Baarends. "Ze zetten mij bij de kachel met een teil warm water. Ik heb nog bij de boerin op schoot gelegen en een grote herdershond heeft zich om me heen gekruld. Ik ben zelfs niet verkouden geworden.”
Wonder boven wonder werden alle opvarenden uit de roeiboot gered. Ineke en haar opa werden later naar de Zanddijk gebracht en vervolgens naar Yerseke. De rest van haar familie werd geëvacueerd naar café de Korenbeurs in Kruiningen, waar ze ook de tweede vloed hebben afgewacht.

Zwemmen
Haar hele familie overleefde de Watersnoodramp. Maar pas na twee jaar konden ze definitief terug naar Kruiningen. Echtgenoot Cees woonde in 1953 ook in Kruiningen, maar werd met z'n familie tijdig geëvacueerd. Hij heeft dus niet dezelfde sterke herinneringen als Ineke. "Maar ik heb haar nooit meer aan het zwemmen gekregen”, zegt hij. Ineke knikt. "Ik heb het nog wel geprobeerd, maar het ging niet”, zegt ze. "Voor 1953 zwom ik met anderen samen in de Veerhaven van Kruiningen, maar daarna nooit meer. De eerste jaren had ik er weinig last van en durfde ik nog wel de oesterputten in, want daar kon je staan. Zelfs een fietspad langs de waterkant vind ik nu al eng. Ik ben ook nog eens naar de herdenking in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk geweest. Dat was een zware dag voor me. Er was toen geen hulp zoals nu, voor als je zoiets had meegemaakt. Dat zou zeker hebben geholpen”, denkt ze achteraf.[n]