De twee kanonnen staan voorlopig in de hal van het gemeentehuis.
De twee kanonnen staan voorlopig in de hal van het gemeentehuis. Foto: Annet Eekman

Gemeente krijgt twee historische kanonnen

Door: Joep Bremmers Algemeen

VLISSINGEN - De gemeente Vlissingen heeft twee historische kanonnen in ontvangst genomen van Blauwwind, het consortium dat de windmolenparken Borssele III en IV bouwt. De kanonnen zijn gevonden op de zeebodem tijdens de aanleg van de windmolenparken en zijn voorlopig tentoongesteld in de hal van het gemeentehuis. Na de geplande verbouwing van het Muzeeum krijgen ze daar een plek in de vaste opstelling.

De twee antieke kanonnen werden aangetroffen tijdens de zoektocht naar mogelijke explosieven op de zeebodem voorafgaande aan de aanleg van het windmolenpark. “We hebben ze op de kop af twee jaar geleden omhoog getakeld”, vertelt Sil Draaisma van Blauwwind. Draaisma moest snel handelen want de zeebodem verandert met de dag. “Ik heb toen contact opgenomen met wethouder De Jonge met de vraag of de gemeente Vlissingen geïnteresseerd was in de kanonnen. We gebruiken Vlissingen als logistieke uitvalshaven dus dat leek ons de beste plek voor de kanonnen.” Hoewel er in Vlissingen kanonnen in overvloed staat, op de boulevards maar ook als meerpaal langs het Kanaal door Walcheren, bleek het hier om een unieke kans te gaan. De vindplaats werd onderzocht door ADC Archeoprojecten uit Amersfoort waaruit bleek dat het mogelijk was de kanonslopen boven water te krijgen. “We hebben drie archeologische vindplaatsen onderzocht”, legt Joep Verweij uit die de kanonnen in opdracht van ADC boven water takelde. “Een wrak dat was aangetroffen bleek te gaan om een kustvaarder of visser. De twee kanonnen lagen meer dan 30 meter diep onder een laag zand van een halve meter tot tweeëneenhalve meter, het was nog niet eenvoudig om ze naar boven te halen.”

Concretie
De kanonnen zijn zorgvuldig geconserveerd en hebben een jaar lang in een speciaal bad gelegen om de aanwezige chloriden te neutraliseren die verantwoordelijk zijn voor het verder verval van de gietijzeren kanonslopen. Joep Verweij: “Na onderzoek bleek het te gaan om een kanon van het type saker uit 1590 en een michon zo van rond 1700. De saker is gebouwd in Engeland en bijzonder was het dat het kanon gereed was voor gebruik. Er zat een kogel in de loop en voorbereid om te worden afgevuurd. De michon is eveneens gegoten in Engeland. Er waren geen sporen van wrakken bij de kanonslopen aanwezig dus we weten niet van welke schepen ze afkomstig zijn. Sowieso komen de beiden van koopvaarders, de saker mogelijk van een kaperschip.” Het restaureren van de kanonslopen had nog heel wat voeten in aarde. In de loop der jaren had zich een dikke laag concretie aan de lopen gehecht; schelpen, pokken en noem maar op. Van de saker is 470 kilo contrectie verwijderd en van de michon zelfs 600 kilo.

Kanons
Tijdens de overdracht van de twee stukken geschut werd overigens duidelijk dat er hier strikt genomen geen sprake is van kanonnen maar van kanons. “Omdat de kanonnen geplaatst waren op schepen heten ze eigenlijk kanons”, wist wethouder John de Jonge te vertellen. “Marinemensen spreken niet van kanonnen maar van kanons.” De kanonslopen zijn op kosten van Blauwwind opgeknapt en op speciaal vervaardigde rolpaarden geplaatst die zijn gemaakt van antiek eikenhout. Na de herinrichting van het Muzeeum krijgen ze daar een vaste plek in de opstelling.