Zorgen over mestfabrieken op Brabantse Wal

WOENSDRECHT - Zowel D66 als de PvdA maken zich zorgen over de zoektocht van Noord-Brabant naar locaties waar op grootschalige wijze mest kan worden verwerkt.


Wendy de Koning-Bogers van de PvdA en Thierry de Heer van D66 zijn voor vragen in de pen geklommen. De eerste heeft dat namens alle PvdA-fracties op de Brabantse Wal gedaan, De Heer heeft als D66 Woensdrecht vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.

Gedeputeerde Staten heeft eerder vier mogelijke locaties in Woensdrecht naar buiten gebracht. PvdA en D66 willen sowieso geen mestfabrieken op de Brabantse Wal. “De gevolgen voor de natuur en leefomgeving zijn makkelijk in te schatten: groen verdwijnt, stikstof neemt toe en geuroverlast voor onze inwoners bereikt een hoogtepunt”, zegt De Koning-Bogers. Volgens haar heeft geen enkele boer in de gemeente Woensdrecht problemen met de mestverwerking. Ze gebruiken het op hun eigen terrein, anderen kunnen hun mest in de regio kwijt. Mestfabrieken zijn volgens haar dan ook niet nodig op de Brabantse Wal. Ze wil onder meer weten of de gemeente is benaderd om plaatsen aan te wijzen en wat het college denkt van de vier mogelijke plekken die zijn aangewezen in Woensdrecht.

De Heer zegt dat de gezondheid van de inwoners in gevaar is als plannen voor mestfabrieken doorgaan. "Het moet niet zo zijn dat mest van Oost-Brabant naar West-Brabant wordt verplaatst en onze inwoners en natuur daar schade van ondervinden”, is hij duidelijk. De Heer zegt dat er in de bestemmingsplannen geen ruimte is voor grootschalige mestverwerking. De provincie kan het echter toch mogelijk maken. D66 wil weten hoe de andere partijen hierin staan.[n]