Krolbunt zijn de dorre bladeren van pijpenstrootje.
Krolbunt zijn de dorre bladeren van pijpenstrootje. FOTO MANS DE JONG

Verzameling voor de winter 'n schuurke vol 'krolbunt'

RUCPHEN - Thuis hadden wij konijnen, geiten en een paar varkens. Geld om strooi te kopen was er niet. Het stro van de akker werd deels gebruikt voor het opnieuw vullen van de beddenzakken.


Maar overal in mijn omgeving stonden houtwallen en hakhoutbosjes die werden gekapt om daar musterd van te maken. In de meeste van dit pas gekapte hakhout groeide een wilde grassoort die de mensen in de streek bunt noemde. We hadden grote jutte zakken om de bunt in te stoppen.

Gewapend met een aantal van deze zakken en een rijf, trokken mijn oudere broers en ik in het herfst naar deze bosjes om er de dorre buntbladeren te verzamelen.

Die gebruikten we thuis als strooisel voor onze huisdieren. Mijn vader noemde deze bladeren krolbunt.

Meestal werd koers gezet naar den Eikaant, want daar bevond zich ‘t Lang bos’.

Tijdens het verzamelen van de bunt, kwam er een heel aparte en lekkere geur vrij.

De dorre bladeren lieten zich zonder moeite lostrekken en verdwenen in de zakken.

Als de zakken allemaal waren gevuld, namen we er zo veel we konden mee naar huis. De rest moesten we verstoppen en werd later door mijn vader en oudere broers opgehaald.

We haalden krolbunt totdat het houten schuurtje daarmee tot de nok was gevuld. Tot in het voorjaar rook ik dan de buntgeur.

Leutig vond ik het altijd weer, leutig als ik mocht helpen bij het strooien van de dieren. Met hun nieuwe bunt als strooisel renden ze dan rond, aten ervan en verstopten erin.

Mans